SV | En de koning heeft met hem gezonden Zadok, den priester, en Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada, en de Krethi en de Plethi; en zij hebben hem doen rijden op de muilezelin des konings. |
WLC | וַיִּשְׁלַ֣ח אִתֹּֽו־הַ֠מֶּלֶךְ אֶת־צָדֹ֨וק הַכֹּהֵ֜ן וְאֶת־נָתָ֣ן הַנָּבִ֗יא וּבְנָיָ֙הוּ֙ בֶּן־יְהֹ֣ויָדָ֔ע וְהַכְּרֵתִ֖י וְהַפְּלֵתִ֑י וַיַּרְכִּ֣בוּ אֹתֹ֔ו עַ֖ל פִּרְדַּ֥ת הַמֶּֽלֶךְ׃ |
Trans. | wayyišəlaḥ ’itwō-hammeleḵə ’eṯ-ṣāḏwōq hakōhēn wə’eṯ-nāṯān hannāḇî’ ûḇənāyâû ben-yəhwōyāḏā‘ wəhakərēṯî wəhapəlēṯî wayyarəkiḇû ’ōṯwō ‘al pirədaṯ hammeleḵə: |
En de koning heeft met hem gezonden Zadok, den priester, en Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada, en de Krethi en de Plethi; en zij hebben hem doen rijden op de muilezelin des konings.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de koning heeft met hem gezonden Zadok, den priester, en Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada, en de Krethi en de Plethi; en zij hebben hem doen rijden op de muilezelin des konings.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!