SV | Zo weet gij ook, wat Joab, de zoon van Zeruja, mij gedaan heeft, [en] wat hij gedaan heeft aan de twee krijgsoversten van Israel, Abner, den zoon van Ner, en Amasa, den zoon van Jether, dien hij gedood heeft, en heeft krijgsbloed vergoten in vrede; en hij heeft krijgsbloed gedaan aan zijn gordel, die aan zijn lendenen was, en aan zijn schoenen, die aan zijn voeten waren. |
WLC | וְגַ֣ם אַתָּ֣ה יָדַ֡עְתָּ אֵת֩ אֲשֶׁר־עָ֨שָׂה לִ֜י יֹואָ֣ב בֶּן־צְרוּיָ֗ה אֲשֶׁ֣ר עָשָׂ֣ה לִשְׁנֵֽי־שָׂרֵ֣י צִבְאֹ֣ות יִ֠שְׂרָאֵל לְאַבְנֵ֨ר בֶּן־נֵ֜ר וְלַעֲמָשָׂ֤א בֶן־יֶ֙תֶר֙ וַיַּ֣הַרְגֵ֔ם וַיָּ֥שֶׂם דְּמֵֽי־מִלְחָמָ֖ה בְּשָׁלֹ֑ם וַיִּתֵּ֞ן דְּמֵ֣י מִלְחָמָ֗ה בַּחֲגֹֽרָתֹו֙ אֲשֶׁ֣ר בְּמָתְנָ֔יו וּֽבְנַעֲלֹ֖ו אֲשֶׁ֥ר בְּרַגְלָֽיו׃ |
Trans. | wəḡam ’atâ yāḏa‘ətā ’ēṯ ’ăšer-‘āśâ lî ywō’āḇ ben-ṣərûyâ ’ăšer ‘āśâ lišənê-śārê ṣiḇə’wōṯ yiśərā’ēl lə’aḇənēr ben-nēr wəla‘ămāśā’ ḇen-yeṯer wayyaharəḡēm wayyāśem dəmê-miləḥāmâ bəšālōm wayyitēn dəmê miləḥāmâ baḥăḡōrāṯwō ’ăšer bəmāṯənāyw ûḇəna‘ălwō ’ăšer bəraḡəlāyw: |
Zo weet gij ook, wat Joab, de zoon van Zeruja, mij gedaan heeft, [en] wat hij gedaan heeft aan de twee krijgsoversten van Israël, Abner, den zoon van Ner, en Amasa, den zoon van Jether, dien hij gedood heeft, en heeft krijgsbloed vergoten in vrede; en hij heeft krijgsbloed gedaan aan zijn gordel, die aan zijn lendenen was, en aan zijn schoenen, die aan zijn voeten waren.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zo weet gij ook, wat Joab, de zoon van Zeruja, mij gedaan heeft, [en] wat hij gedaan heeft aan de twee krijgsoversten van Israel, Abner, den zoon van Ner, en Amasa, den zoon van Jether, dien hij gedood heeft, en heeft krijgsbloed vergoten in vrede; en hij heeft krijgsbloed gedaan aan zijn gordel, die aan zijn lendenen was, en aan zijn schoenen, die aan zijn voeten waren.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!