1 Koningen 3:6

SVEn Salomo zeide: Gij hebt aan Uw knecht David, mijn vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw aangezicht gewandeld heeft, in waarheid, en in gerechtigheid, en in oprechtheid des harten met U; en Gij hebt hem deze grote weldadigheid gehouden, dat Gij hem gegeven hebt een zoon, zittende op zijn troon, als te dezen dage.
WLCוַיֹּ֣אמֶר שְׁלֹמֹ֗ה אַתָּ֨ה עָשִׂ֜יתָ עִם־עַבְדְּךָ֙ דָוִ֣ד אָבִי֮ חֶ֣סֶד גָּדֹול֒ כַּאֲשֶׁר֩ הָלַ֨ךְ לְפָנֶ֜יךָ בֶּאֱמֶ֧ת וּבִצְדָקָ֛ה וּבְיִשְׁרַ֥ת לֵבָ֖ב עִמָּ֑ךְ וַתִּשְׁמָר־לֹ֗ו אֶת־הַחֶ֤סֶד הַגָּדֹול֙ הַזֶּ֔ה וַתִּתֶּן־לֹ֥ו בֵ֛ן יֹשֵׁ֥ב עַל־כִּסְאֹ֖ו כַּיֹּ֥ום הַזֶּֽה׃
Trans.wayyō’mer šəlōmōh ’atâ ‘āśîṯā ‘im-‘aḇədəḵā ḏāwiḏ ’āḇî ḥeseḏ gāḏwōl ka’ăšer hālaḵə ləfāneyḵā be’ĕmeṯ ûḇiṣəḏāqâ ûḇəyišəraṯ lēḇāḇ ‘immāḵə watišəmār-lwō ’eṯ-haḥeseḏ hagāḏwōl hazzeh watiten-lwō ḇēn yōšēḇ ‘al-kisə’wō kayywōm hazzeh:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Bidden, David (koning), Hart (lichaamsdeel), Salomo (koning), Troon

Aantekeningen

En Salomo zeide: Gij hebt aan Uw knecht David, mijn vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw aangezicht gewandeld heeft, in waarheid, en in gerechtigheid, en in oprechtheid des harten met U; en Gij hebt hem deze grote weldadigheid gehouden, dat Gij hem gegeven hebt een zoon, zittende op zijn troon, als te dezen dage.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֣אמֶר

zeide

שְׁלֹמֹ֗ה

En Sálomo

אַתָּ֨ה

Gij

עָשִׂ֜יתָ

gedaan

עִם־

hebt aan

עַבְדְּךָ֙

Uw knecht

דָוִ֣ד

David

אָבִי֮

mijn vader

חֶ֣סֶד

weldadigheid

גָּדוֹל֒

grote

כַּ

-

אֲשֶׁר֩

gelijk als

הָלַ֨ךְ

gewandeld heeft

לְ

-

פָנֶ֜יךָ

hij voor Uw aangezicht

בֶּ

-

אֱמֶ֧ת

in waarheid

וּ

-

בִ

-

צְדָקָ֛ה

en in gerechtigheid

וּ

-

בְ

-

יִשְׁרַ֥ת

en in oprechtheid

לֵבָ֖ב

des harten

עִמָּ֑ךְ

met

וַ

-

תִּשְׁמָר־

gehouden

ל֗

-

וֹ

-

אֶת־

-

הַ

-

חֶ֤סֶד

weldadigheid

הַ

-

גָּדוֹל֙

grote

הַ

-

זֶּ֔ה

U; en Gij hebt hem deze

וַ

-

תִּתֶּן־

dat Gij hem gegeven hebt

ל֥

-

וֹ

-

בֵ֛ן

een zoon

יֹשֵׁ֥ב

zittende

עַל־

op

כִּסְא֖וֹ

zijn troon

כַּ

-

יּ֥וֹם

dage

הַ

-

זֶּֽה

als te dezen


En Salomo zeide: Gij hebt aan Uw knecht David, mijn vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw aangezicht gewandeld heeft, in waarheid, en in gerechtigheid, en in oprechtheid des harten met U; en Gij hebt hem deze grote weldadigheid gehouden, dat Gij hem gegeven hebt een zoon, zittende op zijn troon, als te dezen dage.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!