SV | Als David zijn ogen ophief, zo zag hij den engel des HEEREN, staande tussen de aarde en tussen den hemel, met zijn uitgetrokken zwaard in zijn hand, uitgestrekt over Jeruzalem; toen viel David, en de oudsten, bedekt met zakken, op hun aangezichten. |
WLC | וַיִּשָּׂ֨א דָוִ֜יד אֶת־עֵינָ֗יו וַיַּ֞רְא אֶת־מַלְאַ֤ךְ יְהוָה֙ עֹמֵ֗ד בֵּ֤ין הָאָ֙רֶץ֙ וּבֵ֣ין הַשָּׁמַ֔יִם וְחַרְבֹּ֤ו שְׁלוּפָה֙ בְּיָדֹ֔ו נְטוּיָ֖ה עַל־יְרוּשָׁלִָ֑ם וַיִּפֹּ֨ל דָּוִ֧יד וְהַזְּקֵנִ֛ים מְכֻסִּ֥ים בַּשַּׂקִּ֖ים עַל־פְּנֵיהֶֽם׃ |
Trans. | wayyiśśā’ ḏāwîḏ ’eṯ-‘ênāyw wayyarə’ ’eṯ-malə’aḵə JHWH ‘ōmēḏ bên hā’āreṣ ûḇên haššāmayim wəḥarəbwō šəlûfâ bəyāḏwō nəṭûyâ ‘al-yərûšālāim wayyipōl dāwîḏ wəhazzəqēnîm məḵussîm baśśaqqîm ‘al-pənêhem: |
Als David zijn ogen ophief, zo zag hij den engel des HEEREN, staande tussen de aarde en tussen den hemel, met zijn uitgetrokken zwaard in zijn hand, uitgestrekt over Jeruzalem; toen viel David, en de oudsten, bedekt met zakken, op hun aangezichten.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Als David zijn ogen ophief, zo zag hij den engel des HEEREN, staande tussen de aarde en tussen den hemel, met zijn uitgetrokken zwaard in zijn hand, uitgestrekt over Jeruzalem; toen viel David, en de oudsten, bedekt met zakken, op hun aangezichten.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!