1 Kronieken 29:1

SVVerder zeide de koning David tot de ganse gemeente: God heeft mijn zoon Salomo alleen verkoren, een jongeling en teder; dit werk daarentegen is groot, want het is geen paleis voor een mens, maar voor God, den HEERE.
WLCוַיֹּ֨אמֶר דָּוִ֤יד הַמֶּ֙לֶךְ֙ לְכָל־הַקָּהָ֔ל שְׁלֹמֹ֨ה בְנִ֥י אֶחָ֛ד בָּֽחַר־בֹּ֥ו אֱלֹהִ֖ים נַ֣עַר וָרָ֑ךְ וְהַמְּלָאכָ֣ה גְדֹולָ֔ה כִּ֣י לֹ֤א לְאָדָם֙ הַבִּירָ֔ה כִּ֖י לַיהוָ֥ה אֱלֹהִֽים׃
Trans.wayyō’mer dāwîḏ hammeleḵə ləḵāl-haqqâāl šəlōmōh ḇənî ’eḥāḏ bāḥar-bwō ’ĕlōhîm na‘ar wārāḵə wəhamməlā’ḵâ ḡəḏwōlâ kî lō’ lə’āḏām habîrâ kî laJHWH ’ĕlōhîm:

Algemeen

Zie ook: David (koning), Salomo (koning)
Spreuken 4:3

Overzicht


Aantekeningen

Verder zeide de koning David tot de ganse gemeente: God heeft mijn zoon Salomo alleen verkoren, een jongeling en teder; dit werk daarentegen is groot, want het is geen paleis voor een mens, maar voor God, den HEERE.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

Verder zeide

דָּוִ֤יד

David

הַ

-

מֶּ֙לֶךְ֙

de koning

לְ

-

כָל־

tot de ganse

הַ

-

קָּהָ֔ל

gemeente

שְׁלֹמֹ֨ה

Sálomo

בְנִ֥י

heeft mijn zoon

אֶחָ֛ד

alleen

בָּֽחַר־

verkoren

בּ֥וֹ

-

אֱלֹהִ֖ים

God

נַ֣עַר

een jongeling

וָ

-

רָ֑ךְ

en teder

וְ

-

הַ

-

מְּלָאכָ֣ה

dit werk

גְדוֹלָ֔ה

daarentegen is groot

כִּ֣י

want

לֹ֤א

het is geen

לְ

-

אָדָם֙

voor een mens

הַ

-

בִּירָ֔ה

paleis

כִּ֖י

maar

לַ

-

יהוָ֥ה

den HEERE

אֱלֹהִֽים

voor God


Verder zeide de koning David tot de ganse gemeente: God heeft mijn zoon Salomo alleen verkoren, een jongeling en teder; dit werk daarentegen is groot, want het is geen paleis voor een mens, maar voor God, den HEERE

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!