SV | En zij vonden vette en goede weide, en een land, wijd van begrip, en stil, en gerust; want die van Cham woonden daar tevoren. |
WLC | וַֽיִּמְצְא֤וּ מִרְעֶה֙ שָׁמֵ֣ן וָטֹ֔וב וְהָאָ֙רֶץ֙ רַחֲבַ֣ת יָדַ֔יִם וְשֹׁקֶ֖טֶת וּשְׁלֵוָ֑ה כִּ֣י מִן־חָ֔ם הַיֹּשְׁבִ֥ים שָׁ֖ם לְפָנִֽים׃ |
Trans. | wayyiməṣə’û mirə‘eh šāmēn wāṭwōḇ wəhā’āreṣ raḥăḇaṯ yāḏayim wəšōqeṭeṯ ûšəlēwâ kî min-ḥām hayyōšəḇîm šām ləfānîm: |
En zij vonden vette en goede weide, en een land, wijd van begrip, en stil, en gerust; want die van Cham woonden daar tevoren.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij vonden vette en goede weide, en een land, wijd van begrip, en stil, en gerust; want die van Cham woonden daar tevoren.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!