SV | Allen, die uitgelezen waren tot poortiers aan de dorpelen, waren tweehonderd en twaalf. Dezen waren in het geslachtsregister gesteld naar hun dorpen. David en Samuel, de ziener, hadden hen in hun ambt bevestigd. |
WLC | כֻּלָּ֤ם הַבְּרוּרִים֙ לְשֹׁעֲרִ֣ים בַּסִּפִּ֔ים מָאתַ֖יִם וּשְׁנֵ֣ים עָשָׂ֑ר הֵ֤מָּה בְחַצְרֵיהֶם֙ הִתְיַחְשָׂ֔ם הֵ֣מָּה יִסַּ֥ד דָּוִ֛יד וּשְׁמוּאֵ֥ל הָרֹאֶ֖ה בֶּאֱמוּנָתָֽם׃ |
Trans. | kullām habərûrîm ləšō‘ărîm bassipîm mā’ṯayim ûšənêm ‘āśār hēmmâ ḇəḥaṣərêhem hiṯəyaḥəśām hēmmâ yissaḏ dāwîḏ ûšəmû’ēl hārō’eh be’ĕmûnāṯām: |
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Allen, die uitgelezen waren tot poortiers aan de dorpelen, waren tweehonderd en twaalf. Dezen waren in het geslachtsregister gesteld naar hun dorpen. David en Samuel, de ziener, hadden hen in hun ambt bevestigd.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!