1 Petrus 3:3

SVWelker versiersel zij, niet hetgeen uiterlijk is, [bestaande] in het vlechten des haars, en omhangen van goud, of van klederen aan te trekken;
Steph ων εστω ουχ ο εξωθεν εμπλοκης τριχων και περιθεσεως χρυσιων η ενδυσεως ιματιων κοσμος
Trans.ōn estō ouch o exōthen emplokēs trichōn kai peritheseōs chrysiōn ē endyseōs imatiōn kosmos

Algemeen

Zie ook: Goud, Haar, Juweel, Sieraad, Kleding
1 Timotheus 2:9, Titus 2:3

Aantekeningen

Welker versiersel zij, niet hetgeen uiterlijk is, [bestaande] in het vlechten des haars, en omhangen van goud, of van klederen aan te trekken;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

ων
Welker
εστω
zij

-
ουχ
niet
ο
-
εξωθεν
hetgeen uiterlijk
εμπλοκης
is, in het vlechten
τριχων
des haars
και
en
περιθεσεως
omhangen
χρυσιων
van goud
η
of
ενδυσεως
aan te trekken
ιματιων
van klederen
κοσμος
versiersel

Welker versiersel zij, niet hetgeen uiterlijk is, [bestaande] in het vlechten des haars, en omhangen van goud, of van klederen aan te trekken;

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!