SV | Toen zond hij heen, en bracht hem in; hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon van aanzien; en HEERE zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het. |
WLC | וַיִּשְׁלַ֤ח וַיְבִיאֵ֙הוּ֙ וְה֣וּא אַדְמֹונִ֔י עִם־יְפֵ֥ה עֵינַ֖יִם וְטֹ֣וב רֹ֑אִי פ וַיֹּ֧אמֶר יְהוָ֛ה ק֥וּם מְשָׁחֵ֖הוּ כִּֽי־זֶ֥ה הֽוּא׃ |
Trans. | wayyišəlaḥ wayəḇî’ēhû wəhû’ ’aḏəmwōnî ‘im-yəfēh ‘ênayim wəṭwōḇ rō’î fwayyō’mer JHWH qûm məšāḥēhû kî-zeh hû’: |
Toen zond hij heen, en bracht hem in; hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon van aanzien; en HEERE zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zond hij heen, en bracht hem in; hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon van aanzien; en HEERE zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!