SV | En de naam des mans was Nabal, en de naam zijner huisvrouw was Abigail; en de vrouw was goed van verstand, en schoon van gedaante; maar de man was hard en boos van daden, en hij was een Kalebiet. |
WLC | וְשֵׁ֤ם הָאִישׁ֙ נָבָ֔ל וְשֵׁ֥ם אִשְׁתֹּ֖ו אֲבִגָ֑יִל וְהָאִשָּׁ֤ה טֹֽובַת־שֶׂ֙כֶל֙ וִ֣יפַת תֹּ֔אַר וְהָאִ֥ישׁ קָשֶׁ֛ה וְרַ֥ע מַעֲלָלִ֖ים וְה֥וּא [כָלֶבֹו כ] (כָלִבִּֽי׃ ק) |
Trans. | wəšēm hā’îš nāḇāl wəšēm ’išətwō ’ăḇiḡāyil wəhā’iššâ ṭwōḇaṯ-śeḵel wîfaṯ tō’ar wəhā’îš qāšeh wəra‘ ma‘ălālîm wəhû’ ḵəlibwō ḵālibî: |
En de naam des mans was Nabal, en de naam zijner huisvrouw was Abigail; en de vrouw was goed van verstand, en schoon van gedaante; maar de man was hard en boos van daden, en hij was een Kalebiet.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de naam des mans was Nabal, en de naam zijner huisvrouw was Abigail; en de vrouw was goed van verstand, en schoon van gedaante; maar de man was hard en boos van daden, en hij was een Kalebiet.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!