SV | Toen riep de HEERE Samuel wederom, ten derde maal; en hij stond op, en ging tot Eli, en zeide: Zie, [hier] ben ik, want gij hebt mij geroepen. Toen verstond Eli, dat de HEERE den jongeling riep. |
WLC | וַיֹּ֨סֶף יְהוָ֥ה קְרֹא־שְׁמוּאֵל֮ בַּשְּׁלִשִׁית֒ וַיָּ֙קָם֙ וַיֵּ֣לֶךְ אֶל־עֵלִ֔י וַיֹּ֣אמֶר הִנְנִ֔י כִּ֥י קָרָ֖אתָ לִ֑י וַיָּ֣בֶן עֵלִ֔י כִּ֥י יְהוָ֖ה קֹרֵ֥א לַנָּֽעַר׃ |
Trans. | wayyōsef yəhwâ qərō’-šəmû’ēl baššəlišîṯ wayyāqām wayyēleḵə ’el-‘ēlî wayyō’mer hinənî kî qārā’ṯā lî wayyāḇen ‘ēlî kî JHWH qōrē’ lannā‘ar: |
Toen riep de HEERE Samuel wederom, ten derde maal; en hij stond op, en ging tot Eli, en zeide: Zie, [hier] ben ik, want gij hebt mij geroepen. Toen verstond Eli, dat de HEERE den jongeling riep.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen riep de HEERE Samuel wederom, ten derde maal; en hij stond op, en ging tot Eli, en zeide: Zie, [hier] ben ik, want gij hebt mij geroepen. Toen verstond Eli, dat de HEERE den jongeling riep.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!