Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
SV | Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar [bevolen] onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt. |
Steph | αι γυναικες υμων εν ταις εκκλησιαις σιγατωσαν ου γαρ επιτετραπται αυταις λαλειν αλλ υποτασσεσθαι καθως και ο νομος λεγει
|
Trans. | ai gynaikes ymōn en tais ekklēsiais sigatōsan ou gar epitetraptai autais lalein all ypotassesthai kathōs kai o nomos legei |
Algemeen
Zie ook: Vrouw (ambt), Vrouw (positie)
Genesis 3:16, Efeziers 5:22, Colossenzen 3:18, 1 Timotheus 2:12, Titus 2:5, 1 Petrus 3:1
Aantekeningen
Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar [bevolen] onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt.
- Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen, Deze tekst wordt vaak aangehaald in de discussie of vrouwen een ambt mogen bekleden of niet. 1) Voorstanders vragen zich af of het hier om zwijgen over de dingen van God in de ambtelijke zin gaat. Zij wijzen dan naar deze tekst waar staat dat de vrouw in de gemeente mag profeteren, waarbij dan wordt benadrukt dat profeteren gelijk is als het Woord van God verkondigen en bidden. 1a) Zij denken dan ook dat dit slaat op de toenmalige maatschappelijke positie van vrouwen. 1b) Het betekent dat men geen gezaghebbende onderwijzende rol op zich neemt zoals 1 Timotheus 2:12 aangeeft. 1c) Anderen laten het slaan op het evalueren van de profetieën (vs. 29) en Paulus aangeeft dat de vrouwen niet dat zich daarmee mogen bemoeien, aangezien dergelijk ondervragen in strijd zou zijn met de onderwerping aan mannelijk leiderschap "gelijk ook de wet zegt" (cf. Gen. 3:16). 2) Tegenstanders wijzen erop dat de toenmalige samenkomsten van de gemeente anders verliep dan onze hedendaagse samenkomsten. Tijdens de samenkomsten werd ook veel gediscussieerd, er werden vragen gesteld en vervolgens zocht men samen naar een antwoord. In dit kader bepaalde Paulus dat de vrouwen zich niet in die discussies moesten mengen. Het moge logisch zijn dat dit inderdaad niet specifiek betrekking heeft op ambtelijk handelen. Tegenstanders beargumenteren dat als al tijdens deze discussies spreken al verboden is, dan is het al zeer onwaarschijnlijk dat ambtelijk spreken van vrouwen is toegestaan. Zij zien dit niet in strijd met 1 Corinthiers 11:5 omdat daar over profeteren van vrouwen wordt gesproken en dat een profeet een zogenaamd charismatisch ambt uitoefent en niet een institutioneel ambt. Het feit, dat vrouwen profeteren heeft dan ook geen enkele consequentie voor de vraag, of een vrouw predikant, ouderling of diaken mag zijn. 3) Sommigen menen dat dit en het volgende vers oorspronkelijk er niet stonden (zie Vertaalnotities).
- gelijk ook de wet zegt, vermoedelijk een verwijzing naar Gen. 3:16, hoewel daar niet staat dat ze niet mag spreken, alleen dat de man over haar zal heersen.
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
υποτασσεσθαι
onderworpen te zijn
|
Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar [bevolen] onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt.
- ὑποτάσσω G5293 "onderdanig zijn" in de zin van zich schikken naar;
- Het woord λαλειν (pr. inf. act. van λαλέω G2980 "spreken") heeft niet de bijzondere betekenis van luidruchtig of op agressieve manier spreken. Dit kan dan ook niet aangehaald worden als argument dat in andere gevallen vrouwen wel mogen spreken.
____
- vers 34-35 hier p46 א A B K L Ψ 0150 0243 6 33 81 88mg 104 181 256 263 326 330 365 424 436 451 459 614 629 630 1175 1241 1319 1573 1739 1852 1877 1881 1912 1962 1984 1985 2127 2200 2464 2492 2495 Byz Lect itdem ito itx itz vg syrp syrh syrpal copsa copbo copfay arm eth geo slav Origen Chrysostom Pelagius Theodoret ║ vers 34-35 na vers 40 D F G 88* itar itb itd ite itf itg vgms Ambrosiaster Sedulius-Scotus ║
- γυναῖκες p46vid א A B C P Ψ 33 43 88 104 256 263 296 436 467 623 915 1319 1739 1837 2127 vg copsa copbo copfay arm eth WH NR CEI Riv TILC Nv NM ║ γυναῖκες ὑμῶν D F G K L Byz itd itg syrp syrh* ς ND Dio ║
- ἐπιτρέπεται WH ║ ἐπιτέτραπται Byz ς ║
- ἀλλὰ WH ║ ἀλλ' Byz ς ║
- ὑποτασσέσθωσαν WH NR CEI Riv TILC Nv NM ║ ὑποτάσσεσθαι Byz ς ND Dio ║
- Lacune in minuscule 400, δ 50 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 186): Hand. 1:11-2:11; Rom. 1:1-27; 1 Cor. 14:12-15:46; 2 Cor. 1:1-8; 5:4-19; 1 Tim. 4:1-Hebr. 1:9;
____
- Sommige geleerden hebben betoogd dat vs. 34-35 uit de tekst moet worden geschrapt (G. D. Fee, First Corinthians [NICNT], p. 697-710; P. B. Payne, “Fuldensis, Sigla for Variants in Vaticanus, and 1 Cor 14.34-5, ” NTS 41 [1995]: p. 240-262). Hun argument is dat enige manuscripten (D F G 88* itar itb itd ite itf itg vgms Ambrosiaster Sedulius-Scotus) deze verzen na vs. 40 hebben, terwijl de overige manuscripten ze hier hebben. Er zijn geen manuscripten die de verzen weglaten, naast dat er geen enkel manuscript is die in de marge een asterix heeft als aanwijzing dat het een mogelijke toevoeging is. Er is dan ook geen goede aanleiding om deze verzen te schrappen. Zie ook de korte studie van Wallace hierover (Daniel B. Wallace. "The Textual Problem of 1 Corinthians 14:34-35", Biblical Studies Press 1998).
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!