2 Koningen 11:12

SVDaarna bracht hij des konings zoon voor, en zette hem de kroon op, en [gaf hem] de getuigenis; en zij maakten hem koning, en zalfden hem; daartoe klapten zij met de handen, en zeiden: De koning leve!
WLCוַיֹּוצִ֣א אֶת־בֶּן־הַמֶּ֗לֶךְ וַיִּתֵּ֤ן עָלָיו֙ אֶת־הַנֵּ֙זֶר֙ וְאֶת־הָ֣עֵד֔וּת וַיַּמְלִ֥כוּ אֹתֹ֖ו וַיִּמְשָׁחֻ֑הוּ וַיַּכּוּ־כָ֔ף וַיֹּאמְר֖וּ יְחִ֥י הַמֶּֽלֶךְ׃ ס
Trans.wayywōṣi’ ’eṯ-ben-hammeleḵə wayyitēn ‘ālāyw ’eṯ-hannēzer wə’eṯ-hā‘ēḏûṯ wayyaməliḵû ’ōṯwō wayyiməšāḥuhû wayyakû-ḵāf wayyō’mərû yəḥî hammeleḵə:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Kroon, Troonsbestijging, Inauguratie

Aantekeningen

Daarna bracht hij des konings zoon voor, en zette hem de kroon op, en [gaf hem] de getuigenis; en zij maakten hem koning, en zalfden hem; daartoe klapten zij met de handen, en zeiden: De koning leve!


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יּוֹצִ֣א

Daarna bracht hij

אֶת־

hem

בֶּן־

zoon

הַ

-

מֶּ֗לֶךְ

des konings

וַ

-

יִּתֵּ֤ן

en zette

עָלָיו֙

op

אֶת־

-

הַ

-

נֵּ֙זֶר֙

hem de kroon

וְ

-

אֶת־

-

הָ֣

-

עֵד֔וּת

en de getuigenis

וַ

-

יַּמְלִ֥כוּ

en zij maakten

אֹת֖וֹ

-

וַ

-

יִּמְשָׁחֻ֑הוּ

en zalfden

וַ

-

יַּכּוּ־

hem; daartoe klapten zij

כָ֔ף

met de handen

וַ

-

יֹּאמְר֖וּ

en zeiden

יְחִ֥י

leve

הַ

-

מֶּֽלֶךְ

De koning


Daarna bracht hij des konings zoon voor, en zette hem de kroon op, en [gaf hem] de getuigenis; en zij maakten hem koning, en zalfden hem; daartoe klapten zij met de handen, en zeiden: De koning leve!


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!