SV | Toen trok Hazael, de koning van Syrie op, en krijgde tegen Gath, en nam haar in; daarna stelde Hazael zijn aangezicht, om tegen Jeruzalem op te trekken. |
WLC | אָ֣ז יַעֲלֶ֗ה חֲזָאֵל֙ מֶ֣לֶךְ אֲרָ֔ם וַיִּלָּ֥חֶם עַל־גַּ֖ת וַֽיִּלְכְּדָ֑הּ וַיָּ֤שֶׂם חֲזָאֵל֙ פָּנָ֔יו לַעֲלֹ֖ות עַל־יְרוּשָׁלִָֽם׃ |
Trans. | 12:18 ’āz ya‘ăleh ḥăzā’ēl meleḵə ’ărām wayyillāḥem ‘al-gaṯ wayyiləkəḏāh wayyāśem ḥăzā’ēl pānāyw la‘ălwōṯ ‘al-yərûšālāim: |
Toen trok Hazael, de koning van Syrië op, en krijgde tegen Gath, en nam haar in; daarna stelde Hazael zijn aangezicht, om tegen Jeruzalem op te trekken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen trok Hazael, de koning van Syrie op, en krijgde tegen Gath, en nam haar in; daarna stelde Hazael zijn aangezicht, om tegen Jeruzalem op te trekken.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!