SV | In het negen en dertigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Menahem, den zoon van Gadi, koning over Israel, [en regeerde] tien jaren te Samaria. |
WLC | בִּשְׁנַ֨ת שְׁלֹשִׁ֤ים וָתֵ֙שַׁע֙ שָׁנָ֔ה לַעֲזַרְיָ֖ה מֶ֣לֶךְ יְהוּדָ֑ה מָ֠לַךְ מְנַחֵ֨ם בֶּן־גָּדִ֧י עַל־יִשְׂרָאֵ֛ל עֶ֥שֶׂר שָׁנִ֖ים בְּשֹׁמְרֹֽון׃ |
Trans. | bišənaṯ šəlōšîm wāṯēša‘ šānâ la‘ăzarəyâ meleḵə yəhûḏâ mālaḵə mənaḥēm ben-gāḏî ‘al-yiśərā’ēl ‘eśer šānîm bəšōmərwōn: |
In het negen en dertigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Menahem, den zoon van Gadi, koning over Israël, [en regeerde] tien jaren te Samaria.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
In het negen en dertigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Menahem, den zoon van Gadi, koning over Israel, [en regeerde] tien jaren te Samaria.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!