SV | En de HEERE plaagde den koning, dat hij melaats werd tot den dag zijns doods; en hij woonde in een afgezonderd huis; doch Jotham, de zoon des konings, was over het huis, richtende het volk des lands. |
WLC | וַיְנַגַּ֨ע יְהוָ֜ה אֶת־הַמֶּ֗לֶךְ וַיְהִ֤י מְצֹרָע֙ עַד־יֹ֣ום מֹתֹ֔ו וַיֵּ֖שֶׁב בְּבֵ֣ית הַחָפְשִׁ֑ית וְיֹותָ֤ם בֶּן־הַמֶּ֙לֶךְ֙ עַל־הַבַּ֔יִת שֹׁפֵ֖ט אֶת־עַ֥ם הָאָֽרֶץ׃ |
Trans. | wayənaga‘ JHWH ’eṯ-hammeleḵə wayəhî məṣōrā‘ ‘aḏ-ywōm mōṯwō wayyēšeḇ bəḇêṯ haḥāfəšîṯ wəywōṯām ben-hammeleḵə ‘al-habayiṯ šōfēṭ ’eṯ-‘am hā’āreṣ: |
En de HEERE plaagde den koning, dat hij melaats werd tot den dag zijns doods; en hij woonde in een afgezonderd huis; doch Jotham, de zoon des konings, was over het huis, richtende het volk des lands.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de HEERE plaagde den koning, dat hij melaats werd tot den dag zijns doods; en hij woonde in een afgezonderd huis; doch Jotham, de zoon des konings, was over het huis, richtende het volk des lands.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!