SV | En zij hadden daar gerookt op alle hoogten, gelijk de heidenen, die de HEERE van hun aangezichten weggevoerd had; en zij hadden kwade dingen gedaan, om den HEERE tot toorn te verwekken. |
WLC | וַיְקַטְּרוּ־שָׁם֙ בְּכָל־בָּמֹ֔ות כַּגֹּויִ֕ם אֲשֶׁר־הֶגְלָ֥ה יְהוָ֖ה מִפְּנֵיהֶ֑ם וַֽיַּעֲשׂוּ֙ דְּבָרִ֣ים רָעִ֔ים לְהַכְעִ֖יס אֶת־יְהוָֽה׃ |
Trans. | wayəqaṭṭərû-šām bəḵāl-bāmwōṯ kagwōyim ’ăšer-heḡəlâ JHWH mipənêhem wayya‘ăśû dəḇārîm rā‘îm ləhaḵə‘îs ’eṯ-JHWH: |
En zij hadden daar gerookt op alle hoogten, gelijk de heidenen, die de HEERE van hun aangezichten weggevoerd had; en zij hadden kwade dingen gedaan, om den HEERE tot toorn te verwekken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij hadden daar gerookt op alle hoogten, gelijk de heidenen, die de HEERE van hun aangezichten weggevoerd had; en zij hadden kwade dingen gedaan, om den HEERE tot toorn te verwekken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!