2 Koningen 2:14

SVEn hij nam den mantel van Elia, die van hem afgevallen was, en sloeg het water, en zeide: Waar is de HEERE, de God van Elia? Ja, Dezelve? En hij sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld, en Elisa ging er door.
WLCוַיִּקַּח֩ אֶת־אַדֶּ֨רֶת אֵלִיָּ֜הוּ אֲשֶׁר־נָפְלָ֤ה מֵֽעָלָיו֙ וַיַּכֶּ֣ה אֶת־הַמַּ֔יִם וַיֹּאמַ֕ר אַיֵּ֕ה יְהוָ֖ה אֱלֹהֵ֣י אֵלִיָּ֑הוּ אַף־ה֣וּא ׀ וַיַּכֶּ֣ה אֶת־הַמַּ֗יִם וַיֵּֽחָצוּ֙ הֵ֣נָּה וָהֵ֔נָּה וַֽיַּעֲבֹ֖ר אֱלִישָֽׁע׃
Trans.wayyiqqaḥ ’eṯ-’adereṯ ’ēlîyâû ’ăšer-nāfəlâ mē‘ālāyw wayyakeh ’eṯ-hammayim wayyō’mar ’ayyēh JHWH ’ĕlōhê ’ēlîyâû ’af-hû’| wayyakeh ’eṯ-hammayim wayyēḥāṣû hēnnâ wâēnnâ wayya‘ăḇōr ’ĕlîšā‘:

Algemeen

Zie ook: Elia, Elisa (profeet), Jordaan

Aantekeningen

En hij nam den mantel van Elia, die van hem afgevallen was, en sloeg het water, en zeide: Waar is de HEERE, de God van Elia? Ja, Dezelve? En hij sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld, en Elisa ging er door.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּקַּח֩

En hij nam

אֶת־

-

אַדֶּ֨רֶת

den mantel

אֵלִיָּ֜הוּ

van Elía

אֲשֶׁר־

die

נָפְלָ֤ה

hem afgevallen was

מֵֽ

-

עָלָיו֙

-

וַ

-

יַּכֶּ֣ה

en sloeg

אֶת־

-

הַ

-

מַּ֔יִם

het water

וַ

-

יֹּאמַ֕ר

en zeide

אַיֵּ֕ה

-

יְהוָ֖ה

is de HEERE

אֱלֹהֵ֣י

de God

אֵלִיָּ֑הוּ

van Elía

אַף־

-

ה֣וּא׀

Dezelve

וַ

-

יַּכֶּ֣ה

En hij sloeg

אֶת־

-

הַ

-

מַּ֗יִם

het water

וַ

-

יֵּֽחָצוּ֙

verdeeld

הֵ֣נָּה

en het werd herwaarts

וָ

-

הֵ֔נָּה

en derwaarts

וַֽ

-

יַּעֲבֹ֖ר

ging er door

אֱלִישָֽׁע

en Elísa


En hij nam den mantel van Elia, die van hem afgevallen was, en sloeg het water, en zeide: Waar is de HEERE, de God van Elia? Ja, Dezelve? En hij sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld, en Elisa ging er door.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!