SV | En zij ging op, en legde hem op het bed van den man Gods; daarna sloot zij voor hem toe, en ging uit. |
WLC | וַתַּ֙עַל֙ וַתַּשְׁכִּבֵ֔הוּ עַל־מִטַּ֖ת אִ֣ישׁ הָאֱלֹהִ֑ים וַתִּסְגֹּ֥ר בַּעֲדֹ֖ו וַתֵּצֵֽא׃ |
Trans. | wata‘al watašəkiḇēhû ‘al-miṭṭaṯ ’îš hā’ĕlōhîm watisəgōr ba‘ăḏwō watēṣē’: |
En zij ging op, en legde hem op het bed van den man Gods; daarna sloot zij voor hem toe, en ging uit.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En zij ging op, en legde hem op het bed van den man Gods; daarna sloot zij voor hem toe, en ging uit.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!