SV | En gans Juda was verblijd over dezen eed; want zij hadden met hun ganse hart gezworen, en met hun gansen wil Hem gezocht; en Hij werd van hen gevonden, en de HEERE gaf hun rust rondom henen. |
WLC | וַיִּשְׂמְח֨וּ כָל־יְהוּדָ֜ה עַל־הַשְּׁבוּעָ֗ה כִּ֤י בְכָל־לְבָבָם֙ נִשְׁבָּ֔עוּ וּבְכָל־רְצֹונָ֣ם בִּקְשֻׁ֔הוּ וַיִּמָּצֵ֖א לָהֶ֑ם וַיָּ֧נַח יְהוָ֛ה לָהֶ֖ם מִסָּבִֽיב׃ |
Trans. | wayyiśəməḥû ḵāl-yəhûḏâ ‘al-haššəḇû‘â kî ḇəḵāl-ləḇāḇām nišəbā‘û ûḇəḵāl-rəṣwōnām biqəšuhû wayyimmāṣē’ lâem wayyānaḥ JHWH lâem missāḇîḇ: |
En gans Juda was verblijd over dezen eed; want zij hadden met hun ganse hart gezworen, en met hun gansen wil Hem gezocht; en Hij werd van hen gevonden, en de HEERE gaf hun rust rondom henen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gans Juda was verblijd over dezen eed; want zij hadden met hun ganse hart gezworen, en met hun gansen wil Hem gezocht; en Hij werd van hen gevonden, en de HEERE gaf hun rust rondom henen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!