SV | En hij zeide tot de richters: Ziet wat gij doet, want gij houdt het gericht niet den mens, maar den HEERE; en Hij is bij u in de zaak van het gericht. |
WLC | וַיֹּ֣אמֶר אֶל־הַשֹּֽׁפְטִ֗ים רְאוּ֙ מָֽה־אַתֶּ֣ם עֹשִׂ֔ים כִּ֣י לֹ֧א לְאָדָ֛ם תִּשְׁפְּט֖וּ כִּ֣י לַיהוָ֑ה וְעִמָּכֶ֖ם בִּדְבַ֥ר מִשְׁפָּֽט׃ |
Trans. | wayyō’mer ’el-haššōfəṭîm rə’û mâ-’atem ‘ōśîm kî lō’ lə’āḏām tišəpəṭû kî laJHWH wə‘immāḵem biḏəḇar mišəpāṭ: |
En hij zeide tot de richters: Ziet wat gij doet, want gij houdt het gericht niet den mens, maar den HEERE; en Hij is bij u in de zaak van het gericht.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En hij zeide tot de richters: Ziet wat gij doet, want gij houdt het gericht niet den mens, maar den HEERE; en Hij is bij u in de zaak van het gericht.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!