2 Kronieken 22:1

SVEn de inwoners van Jeruzalem maakten Ahazia, zijn kleinsten zoon, koning in zijn plaats; want een bende, die met de Arabieren in het leger gekomen was, had al de eersten gedood. Ahazia dan, de zoon van Joram, de koning van Juda, regeerde.
WLCוַיַּמְלִיכוּ֩ יֹושְׁבֵ֨י יְרוּשָׁלִַ֜ם אֶת־אֲחַזְיָ֨הוּ בְנֹ֤ו הַקָּטֹן֙ תַּחְתָּ֔יו כִּ֤י כָל־הָרִאשֹׁנִים֙ הָרַ֣ג הַגְּד֔וּד הַבָּ֥א בָֽעַרְבִ֖ים לַֽמַּחֲנֶ֑ה וַיִּמְלֹ֛ךְ אֲחַזְיָ֥הוּ בֶן־יְהֹורָ֖ם מֶ֥לֶךְ יְהוּדָֽה׃ פ
Trans.wayyaməlîḵû ywōšəḇê yərûšālaim ’eṯ-’ăḥazəyâû ḇənwō haqqāṭōn taḥətāyw kî ḵāl-hāri’šōnîm hāraḡ hagəḏûḏ habā’ ḇā‘arəḇîm lammaḥăneh wayyiməlōḵə ’ăḥazəyâû ḇen-yəhwōrām meleḵə yəhûḏâ:

Algemeen

Zie ook: Ahazia, Arabieren, Jeruzalem, Juda (koninkrijk), koningen van Juda

Overzicht


Aantekeningen

En de inwoners van Jeruzalem maakten Ahazia, zijn kleinsten zoon, koning in zijn plaats; want een bende, die met de Arabieren in het leger gekomen was, had al de eersten gedood. Ahazia dan, de zoon van Joram, de koning van Juda, regeerde.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יַּמְלִיכוּ֩

maakten

יוֹשְׁבֵ֨י

En de inwoners

יְרוּשָׁלִַ֜ם

van Jeruzalem

אֶת־

-

אֲחַזְיָ֨הוּ

Aházia

בְנ֤וֹ

zoon

הַ

-

קָּטֹן֙

zijn kleinsten

תַּחְתָּ֔יו

in zijn plaats

כִּ֤י

want

כָל־

had al

הָ

-

רִאשֹׁנִים֙

de eersten

הָרַ֣ג

gedood

הַ

-

גְּד֔וּד

een bende

הַ

-

בָּ֥א

gekomen was

בָֽ

-

עַרְבִ֖ים

die met de Arabieren

לַֽ

-

מַּחֲנֶ֑ה

in het leger

וַ

-

יִּמְלֹ֛ךְ

koning

אֲחַזְיָ֥הוּ

Aházia

בֶן־

dan, de zoon

יְהוֹרָ֖ם

van Joram

מֶ֥לֶךְ

de koning

יְהוּדָֽה

van Juda


En de inwoners van Jeruzalem maakten Ahazia, zijn kleinsten zoon, koning in zijn plaats; want een bende, die met de Arabieren in het leger gekomen was, had al de eersten gedood. Ahazia dan, de zoon van Joram, de koning van Juda, regeerde.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!