SV | Maar er kwam een man Gods tot hem, zeggende: O koning! laat het heir van Israel met u niet gaan; want de HEERE is niet met Israel, [met] alle kinderen van Efraim. |
WLC | וְאִ֣ישׁ הָאֱלֹהִ֗ים בָּ֤א אֵלָיו֙ לֵאמֹ֔ר הַמֶּ֕לֶךְ אַל־יָבֹ֥א עִמְּךָ֖ צְבָ֣א יִשְׂרָאֵ֑ל כִּ֣י אֵ֤ין יְהוָה֙ עִם־יִשְׂרָאֵ֔ל כֹּ֖ל בְּנֵ֥י אֶפְרָֽיִם׃ |
Trans. | wə’îš hā’ĕlōhîm bā’ ’ēlāyw lē’mōr hammeleḵə ’al-yāḇō’ ‘imməḵā ṣəḇā’ yiśərā’ēl kî ’ên JHWH ‘im-yiśərā’ēl kōl bənê ’efərāyim: |
Maar er kwam een man Gods tot hem, zeggende: O koning! laat het heir van Israël met u niet gaan; want de HEERE is niet met Israël, [met] alle kinderen van Efraim
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar er kwam een man Gods tot hem, zeggende: O koning! laat het heir van Israel met u niet gaan; want de HEERE is niet met Israel, [met] alle kinderen van Efraim.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!