2 Kronieken 34:22

SVToen ging Hilkia henen, en die des konings waren, tot de profetes Hulda, de huisvrouw van Sallum, den zoon van Tokhath, den zoon van Hasra, den klederbewaarder. Zij nu woonde te Jeruzalem in het tweede deel; en zij spraken zulks tot haar.
WLCוַיֵּ֨לֶךְ חִלְקִיָּ֜הוּ וַאֲשֶׁ֣ר הַמֶּ֗לֶךְ אֶל־חֻלְדָּ֨ה הַנְּבִיאָ֜ה אֵ֣שֶׁת ׀ שַׁלֻּ֣ם בֶּן־ [תֹּוקְהַת כ] (תָּקְהַ֗ת ק) בֶּן־חַסְרָה֙ שֹׁומֵ֣ר הַבְּגָדִ֔ים וְהִ֛יא יֹושֶׁ֥בֶת בִּירוּשָׁלִַ֖ם בַּמִּשְׁנֶ֑ה וַיְדַבְּר֥וּ אֵלֶ֖יהָ כָּזֹֽאת׃ ס
Trans.wayyēleḵə ḥiləqîyâû wa’ăšer hammeleḵə ’el-ḥulədâ hannəḇî’â ’ēšeṯ šallum ben-twōqəhaṯ tāqəhaṯ ben-ḥasərâ šwōmēr habəḡāḏîm wəhî’ ywōšeḇeṯ bîrûšālaim bammišəneh wayəḏabərû ’ēleyhā kāzō’ṯ:

Algemeen

Zie ook: Hilkia (hogepriester), Hulda, Jeruzalem, Profetes, Qere en Ketiv

Aantekeningen

Toen ging Hilkia henen, en die des konings waren, tot de profetes Hulda, de huisvrouw van Sallum, den zoon van Tokhath, den zoon van Hasra, den klederbewaarder. Zij nu woonde te Jeruzalem in het tweede deel; en zij spraken zulks tot haar.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֵּ֨לֶךְ

-

חִלְקִיָּ֜הוּ

Hilkía

וַ

-

אֲשֶׁ֣ר

henen, en die

הַ

-

מֶּ֗לֶךְ

des konings

אֶל־

waren, tot

חֻלְדָּ֨ה

Hulda

הַ

-

נְּבִיאָ֜ה

de profetes

אֵ֣שֶׁת׀

de huisvrouw

שַׁלֻּ֣ם

van Sallum

בֶּן־

den zoon

תוקהת

-

תָּקְהַ֗ת

-

בֶּן־

den zoon

חַסְרָה֙

van Hasra

שׁוֹמֵ֣ר

den klederbewaarder

הַ

-

בְּגָדִ֔ים

-

וְ

-

הִ֛יא

Zij

יוֹשֶׁ֥בֶת

nu woonde

בִּ

-

ירוּשָׁלִַ֖ם

te Jeruzalem

בַּ

-

מִּשְׁנֶ֑ה

in het tweede deel

וַ

-

יְדַבְּר֥וּ

en zij spraken

אֵלֶ֖יהָ

tot

כָּ

-

זֹֽאת

zulks


Toen ging Hilkia henen, en die des konings waren, tot de profetes Hulda, de huisvrouw van Sallum, den zoon van Tokhath, den zoon van Hasra, den klederbewaarder. Zij nu woonde te Jeruzalem in het tweede deel; en zij spraken zulks tot haar.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!