Aantekeningen bij de Bijbel: 2 Petrus 2:22

2 Petrus 2:22

SV	Maar hun is overkomen, hetgeen met een waar spreekwoord [gezegd wordt]: De hond is wedergekeerd tot zijn eigen uitbraaksel; en de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk.
Steph	συμβεβηκεν δε αυτοις το της αληθους παροιμιας κυων επιστρεψας επι το ιδιον εξεραμα και υς λουσαμενη εις κυλισμα βορβορου
Trans.	symbebēken de autois to tēs alēthous paroimias kyōn epistrepsas epi to idion exerama kai ys lousamenē eis kylisma borborou

Algemeen

Zie ook: Braken, overgeven, Honden, Modder, slijk, Spreekwoord, Varken, Zwijn
Spreuken 26:11

Aantekeningen

Maar hun is overkomen, hetgeen met een waar spreekwoord [gezegd wordt]: De hond is wedergekeerd tot zijn eigen uitbraaksel; en de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk.

Maar hun is overkomen, Petrus vergelijkt deze dwaalleraars met onreine dieren, nl. de hond en het varken.
De hond is wedergekeerd..., komt in Spreuken 26:11 voor. Het is een bekend verschijnsel dat een hond zijn eigen braaksel weer opeet. De reden hiervan is dat het braaksel nog voedingswaarden bezit, omdat het nog niet helemaal verteerd is.
de gewassen zeug..., De bron van dit citaat is onzeker, Heraclitus is vaak genoemd als mogelijke bron maar dit is twijfelachtig.

Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

συμβεβηκεν

G4819

is overkomen

G5758

δε

G1161

Maar

αυτοις

G846

hun

το

G3588

hetgeen

της

G3588

αληθους

G227

met een waar

παροιμιας

G3942

spreekwoord

κυων

G2965

De hond

επιστρεψας

G1994

is wedergekeerd

G5660

επι

G1909

tot

το

G3588

ιδιον

G2398

zijn eigen

εξεραμα

G1829

uitbraaksel

και

G2532

υς

G5300

zeug

λουσαμενη

G3068

de gewassen

G5671

εις

G1519

tot

κυλισμα

G2946

de wenteling

βορβορου

G1004

in het slijk

Maar hun is overkomen, hetgeen met een waar spreekwoord [gezegd wordt]: De hond is wedergekeerd tot zijn eigen uitbraaksel; en de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk.

κύων ^G2965 dier "hond" (Mat. 7:6; Luk. 16:21; Fil. 3:2; 2 Pet. 2:22; Opb. 22:15 †);
ἐξέραμα ^G1829 hapax "braken, uitbraaksel";
ὗς ^G5300 hapax "zeug (v.e. zwijn), vrouwelijk zwijn" (Sus scrofa);
κύλισμα ^G2946 hapax "rondwentelen";
βόρβορος ^G1004 hapax "modder, vuil water, mest";

____

συμβέβηκεν p⁷² ‭א A B pc WH NR CEI Riv TILC Nv NM; συμβέβηκεν δὲ C Byz ς ND Dio
κυλισμὸν p⁷² B C^* 1739 pc WH; κύλισμα ‭א A C² Ψ 048 5 81 307 1448 2464 Byz ς

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!