SV | En honig, en boter, en schapen, en koeienkazen, brachten tot David, en tot het volk, dat met hem was, om te eten, want zij zeiden: Dit volk is hongerig, en moede, en dorstig in de woestijn. |
WLC | וּדְבַ֣שׁ וְחֶמְאָ֗ה וְצֹאן֙ וּשְׁפֹ֣ות בָּקָ֔ר הִגִּ֧ישׁוּ לְדָוִ֛ד וְלָעָ֥ם אֲשֶׁר־אִתֹּ֖ו לֶאֱכֹ֑ול כִּ֣י אָמְר֔וּ הָעָ֗ם רָעֵ֛ב וְעָיֵ֥ף וְצָמֵ֖א בַּמִּדְבָּֽר׃ |
Trans. | ûḏəḇaš wəḥemə’â wəṣō’n ûšəfwōṯ bāqār higîšû ləḏāwiḏ wəlā‘ām ’ăšer-’itwō le’ĕḵwōl kî ’āmərû hā‘ām rā‘ēḇ wə‘āyēf wəṣāmē’ bammiḏəbār: |
En honig, en boter, en schapen, en koeienkazen, brachten tot David, en tot het volk, dat met hem was, om te eten, want zij zeiden: Dit volk is hongerig, en moede, en dorstig in de woestijn.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En honig, en boter, en schapen, en koeienkazen, brachten tot David, en tot het volk, dat met hem was, om te eten, want zij zeiden: Dit volk is hongerig, en moede, en dorstig in de woestijn.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!