SV | En zij kwamen en belegerden hem in Abel Beth-maacha, en zij wierpen een wal op tegen de stad, dat hij aan den buitenmuur stond; en al het volk, dat met Joab was, verdorven den muur, om dien neder te vellen. |
WLC | וַיָּבֹ֜אוּ וַיָּצֻ֣רוּ עָלָ֗יו בְּאָבֵ֙לָה֙ בֵּ֣ית הַֽמַּעֲכָ֔ה וַיִּשְׁפְּכ֤וּ סֹֽלְלָה֙ אֶל־הָעִ֔יר וַֽתַּעֲמֹ֖ד בַּחֵ֑ל וְכָל־הָעָם֙ אֲשֶׁ֣ר אֶת־יֹואָ֔ב מַשְׁחִיתִ֖ם לְהַפִּ֥יל הַחֹומָֽה׃ |
Trans. | wayyāḇō’û wayyāṣurû ‘ālāyw bə’āḇēlâ bêṯ hamma‘ăḵâ wayyišəpəḵû sōləlâ ’el-hā‘îr wata‘ămōḏ baḥēl wəḵāl-hā‘ām ’ăšer ’eṯ-ywō’āḇ mašəḥîṯim ləhapîl haḥwōmâ: |
En zij kwamen en belegerden hem in Abel Beth-maacha, en zij wierpen een wal op tegen de stad, dat hij aan den buitenmuur stond; en al het volk, dat met Joab was, verdorven den muur, om dien neder te vellen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij kwamen en belegerden hem in Abel Beth-maacha, en zij wierpen een wal op tegen de stad, dat hij aan den buitenmuur stond; en al het volk, dat met Joab was, verdorven den muur, om dien neder te vellen.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!