2 Samuel 9:6

SVAls nu Mefiboseth, de zoon van Jonathan, den zoon van Saul, tot David inkwam, zo viel hij op zijn aangezicht, en boog zich neder. En David zeide: Mefiboseth! En hij zeide: Zie, [hier] is uw knecht.
WLCוַ֠יָּבֹא מְפִיבֹ֨שֶׁת בֶּן־יְהֹונָתָ֤ן בֶּן־שָׁאוּל֙ אֶל־דָּוִ֔ד וַיִּפֹּ֥ל עַל־פָּנָ֖יו וַיִּשְׁתָּ֑חוּ וַיֹּ֤אמֶר דָּוִד֙ מְפִיבֹ֔שֶׁת וַיֹּ֖אמֶר הִנֵּ֥ה עַבְדֶּֽךָ׃
Trans.wayyāḇō’ məfîḇōšeṯ ben-yəhwōnāṯān ben-šā’ûl ’el-dāwiḏ wayyipōl ‘al-pānāyw wayyišətāḥû wayyō’mer dāwiḏ məfîḇōšeṯ wayyō’mer hinnēh ‘aḇədeḵā:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, David (koning), Jonathan (zn. van Saul), Mefiboseth, Saul (koning)

Aantekeningen

Als nu Mefiboseth, de zoon van Jonathan, den zoon van Saul, tot David inkwam, zo viel hij op zijn aangezicht, en boog zich neder. En David zeide: Mefiboseth! En hij zeide: Zie, [hier] is uw knecht.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ֠

-

יָּבֹא

inkwam

מְפִיבֹ֨שֶׁת

Als nu Mefibóseth

בֶּן־

de zoon

יְהוֹנָתָ֤ן

van Jónathan

בֶּן־

den zoon

שָׁאוּל֙

van Saul

אֶל־

tot

דָּוִ֔ד

David

וַ

-

יִּפֹּ֥ל

zo viel hij

עַל־

op

פָּנָ֖יו

zijn aangezicht

וַ

-

יִּשְׁתָּ֑חוּ

en boog zich neder

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

zeide

דָּוִד֙

En David

מְפִיבֹ֔שֶׁת

Mefibóseth

וַ

-

יֹּ֖אמֶר

En hij zeide

הִנֵּ֥ה

Zie

עַבְדֶּֽךָ

is uw knecht


Als nu Mefiboseth, de zoon van Jonathan, den zoon van Saul, tot David inkwam, zo viel hij op zijn aangezicht, en boog zich neder. En David zeide: Mefiboseth! En hij zeide: Zie, [hier] is uw knecht.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!