Context
Literatuur
Vertalingen

2 Corinthiers 12:7

Algemeen

Aantekeningen

En opdat ik mij door de uitnemendheid der openbaringen niet zou verheffen, zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees, [namelijk] een engel des satans, dat hij mij met vuisten slaan zou, opdat ik mij niet zou verheffen.

• een scherpe doorn in het vlees; sommigen denken dat het een ziekte is (cf. Gal. 4:13-15), terwijl anderen verklaren dat het in het tweede deel van de tekst wordt genoemd, nl. een engel van satan die Paulus hindert. Dit laatste kan gebaseerd worden op 2 Cor. 11:13-15 waar wordt gesproken over een valse apostelen die zich voordoen als engelen van het licht.

Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

En opdat ik mij door de uitnemendheid der openbaringen niet zou verheffen, zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees, [namelijk] een engel des satans, dat hij mij met vuisten slaan zou, opdat ik mij niet zou verheffen.

• ὑπερβολή ^G5236 "onmetelijk, buitengewoon, uitnemend" (Rom. 7:13; 1 Cor. 12:31; 2 Cor. 1:8; 4:7, 17; 12:7; Gal. 1:13 †);
• σκόλοψ ^G4647 hapax "paal, staak, splinter"; soms een voetangel, die de paarden of mensen in hun gang wordt voorgeworpen om hen te verhinderen of te vertragen.
• Σατᾶν ^G4566 hapax "tegenstander, satan";

• ἐμοῦ, 7 ... ἀποκαλύψεων. WH; ἐμοῦ 7 ... ἀποκαλύψεων. NA NM; ἐμοῦ. 7 ... ἀποκαλύψεων ς NR CEI ND Riv Dio (TILC) Nv
• διό ‭א A B F G 0243 33 81 256 424^c 1175 1319^* 1573 1739 2127 it^g syr^h cop^bo Euthalius WH NM; omissie p⁴⁶ D K L P Ψ 075 0150 6 88 104 181 263 326 330 365 424^* 436 451 459 614 629 630 1241 1319c 1852 1877 1881 1912 1962 1984 1985 2200 2464 2492 2495 Byz Lect it^ar it^b it^c it^d it^dem it^e it^f it^o it^x it^z vg syr^p cop^sa goth arm eth geo slav Irenaeus^lat Ambrosiaster Hilary Athanasius Basil Gaudentius Chrysostom Pelagius Jerome Augustine Theodoret John-Damascus ς NR CEI ND Riv Dio TILC Nv
• Σατανᾶ p⁴⁶ ‭א^* A^* B D^* F G 0243 1739 pc WH; Σατᾶν ‭א² A^c D² Ψ Byz syr^h ς
• κολαφίζῃ, ἵνα μὴ ὑπεραίρωμαι p⁴⁶ ‭א² B I^vid K L (P Ψ 075 0150 0243 6 81 88 104 181 256 263 326 330 365 424 436 451 459 614 629^c 630 1175 1241 1319 1573 1739 1852 1877 1881 1912 1962 1984 1985 2127 2200 2464 2492 2495 Byz Lect it^ar it^o syr^p syr^h cop^sa cop^bo goth arm geo slav Marcion Tertullian^1/2 (Origen^gr) Origen^lat(4/7) Cyprian Ambrosiaster Hilary Ephraem Basil Ambrose Macarius/Symeon Gaudentius Jerome^5/7 Palladius Euthalius Theodoret John-Damascus ὑπεραίρομαι) ς WH; κολαφίζῃ ‭א^* A D F G 33 629^* pc it^b it^d it^dem it^e it^f it^g it^x it^z vg eth Marcion^{volgens Tertullian} Irenaeus^gr Irenaeus^lat Irenaeus^lat(3/7) Tertullian^1/2 Basil^vid Chrysostom Pelagius Jerome^2/7 Augustine

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!