Amos 2:9

SVIk daarentegen heb den Amoriet voor hunlieder aangezicht verdelgd, wiens hoogte was als de hoogte der cederen, en hij was sterk als de eiken; maar Ik heb zijn vrucht van boven, en zijn wortelen van onderen verdelgd.
WLCוְאָ֨נֹכִ֜י הִשְׁמַ֤דְתִּי אֶת־הָֽאֱמֹרִי֙ מִפְּנֵיהֶ֔ם אֲשֶׁ֨ר כְּגֹ֤בַהּ אֲרָזִים֙ גָּבְהֹ֔ו וְחָסֹ֥ן ה֖וּא כָּֽאַלֹּונִ֑ים וָאַשְׁמִ֤יד פִּרְיֹו֙ מִמַּ֔עַל וְשָׁרָשָׁ֖יו מִתָּֽחַת׃
Trans.wə’ānōḵî hišəmaḏətî ’eṯ-hā’ĕmōrî mipənêhem ’ăšer kəḡōḇah ’ărāzîm gāḇəhwō wəḥāsōn hû’ kā’allwōnîm wā’ašəmîḏ pirəywō mimma‘al wəšārāšāyw mitāḥaṯ:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Amorieten, Bomen en planten (vernietigen), Ceder, Eik
Job 18:16, Jesaja 37:31, Hosea 9:16

Aantekeningen

Ik daarentegen heb den Amoriet voor hunlieder aangezicht verdelgd, wiens hoogte was als de hoogte der cederen, en hij was sterk als de eiken; maar Ik heb zijn vrucht van boven, en zijn wortelen van onderen verdelgd.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

אָ֨נֹכִ֜י

Ik

הִשְׁמַ֤דְתִּי

verdelgd

אֶת־

-

הָֽ

-

אֱמֹרִי֙

daarentegen heb den Amoriet

מִ

-

פְּנֵיהֶ֔ם

hunlieder aangezicht

אֲשֶׁ֨ר

wiens

כְּ

-

גֹ֤בַהּ

hoogte

אֲרָזִים֙

der cederen

גָּבְה֔וֹ

was als de hoogte

וְ

-

חָסֹ֥ן

was sterk

ה֖וּא

en hij

כָּֽ

-

אַלּוֹנִ֑ים

als de eiken

וָ

-

אַשְׁמִ֤יד

verdelgd

פִּרְיוֹ֙

maar Ik heb zijn vrucht

מִ

-

מַּ֔עַל

boven

וְ

-

שָׁרָשָׁ֖יו

en zijn wortelen

מִ

-

תָּֽחַת

onderen


Ik daarentegen heb den Amoriet voor hunlieder aangezicht verdelgd, wiens hoogte was als de hoogte der cederen, en hij was sterk als de eiken; maar Ik heb zijn vrucht van boven, en zijn wortelen van onderen verdelgd.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!