SV | Ik heb ulieden geslagen met brandkoren en met honigdauw; de veelheid uwer hoven, en uwer wijngaarden, en uwer vijgebomen, en uwer olijfbomen at de rups op; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE. |
WLC | הִכֵּ֣יתִי אֶתְכֶם֮ בַּשִּׁדָּפֹ֣ון וּבַיֵּרָקֹון֒ הַרְבֹּ֨ות גַּנֹּותֵיכֶ֧ם וְכַרְמֵיכֶ֛ם וּתְאֵנֵיכֶ֥ם וְזֵיתֵיכֶ֖ם יֹאכַ֣ל הַגָּזָ֑ם וְלֹֽא־שַׁבְתֶּ֥ם עָדַ֖י נְאֻם־יְהוָֽה׃ ס |
Trans. | hikêṯî ’eṯəḵem baššidāfwōn ûḇayyērāqwōn harəbwōṯ gannwōṯêḵem wəḵarəmêḵem ûṯə’ēnêḵem wəzêṯêḵem yō’ḵal hagāzām wəlō’-šaḇətem ‘āḏay nə’um-JHWH: |
Ik heb ulieden geslagen met brandkoren en met honigdauw; de veelheid uwer hoven, en uwer wijngaarden, en uwer vijgenbomen, en uwer olijfbomen at de rups op; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Ik heb ulieden geslagen met brandkoren en met honigdauw; de veelheid uwer hoven, en uwer wijngaarden, en uwer vijgenbomen, en uwer olijfbomen at de rups op; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!