SV | Want ziet, Ik zal over ulieden, o huis Israels! een volk verwekken, spreekt de HEERE, de God der heirscharen; die zullen ulieden drukken, van daar men komt te Hamath, tot aan de beek der wildernis. |
WLC | כִּ֡י הִנְנִי֩ מֵקִ֨ים עֲלֵיכֶ֜ם בֵּ֣ית יִשְׂרָאֵ֗ל נְאֻם־יְהוָ֛ה אֱלֹהֵ֥י הַצְּבָאֹ֖ות גֹּ֑וי וְלָחֲצ֥וּ אֶתְכֶ֛ם מִלְּבֹ֥וא חֲמָ֖ת עַד־נַ֥חַל הָעֲרָבָֽה׃ ס |
Trans. | kî hinənî mēqîm ‘ălêḵem bêṯ yiśərā’ēl nə’um-JHWH ’ĕlōhê haṣṣəḇā’wōṯ gwōy wəlāḥăṣû ’eṯəḵem milləḇwō’ ḥămāṯ ‘aḏ-naḥal hā‘ărāḇâ: |
Want ziet, Ik zal over ulieden, o huis Israëls! een volk verwekken, spreekt de HEERE, de God der heirscharen; die zullen ulieden drukken, van daar men komt te Hamath, tot aan de beek der wildernis.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want ziet, Ik zal over ulieden, o huis Israëls! een volk verwekken, spreekt de HEERE, de God der heirscharen; die zullen ulieden drukken, van daar men komt te Hamath, tot aan de beek der wildernis.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!