Daniel 1:7

SVEn de overste der kamerlingen gaf hun [andere] namen, en Daniel noemde hij Beltsazar, en Hananja Sadrach, en Misael Mesach, en Azarja Abed-nego.
WLCוַיָּ֧שֶׂם לָהֶ֛ם שַׂ֥ר הַסָּרִיסִ֖ים שֵׁמֹ֑ות וַיָּ֨שֶׂם לְדָֽנִיֵּ֜אל בֵּ֣לְטְשַׁאצַּ֗ר וְלַֽחֲנַנְיָה֙ שַׁדְרַ֔ךְ וּלְמִֽישָׁאֵ֣ל מֵישַׁ֔ךְ וְלַעֲזַרְיָ֖ה עֲבֵ֥ד נְגֹֽו׃
Trans.wayyāśem lâem śar hassārîsîm šēmwōṯ wayyāśem ləḏānîyē’l bēləṭəša’ṣṣar wəlaḥănanəyâ šaḏəraḵə ûləmîšā’ēl mêšaḵə wəla‘ăzarəyâ ‘ăḇēḏ nəḡwō:

Algemeen

Zie ook: Abed Nego, Azarja, Azarja, Azariah, Beltsazar, Daniel, Mercurius, Mísaël, Mesach, Sadrach

Aantekeningen

En de overste der kamerlingen gaf hun [andere] namen, en Daniel noemde hij Beltsazar, en Hananja Sadrach, en Misael Mesach, en Azarja Abed-nego.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יָּ֧שֶׂם

gaf

לָ

-

הֶ֛ם

-

שַׂ֥ר

En de overste

הַ

-

סָּרִיסִ֖ים

der kamerlingen

שֵׁמ֑וֹת

hun namen

וַ

-

יָּ֨שֶׂם

noemde hij

לְ

-

דָֽנִיֵּ֜אל

en Daniël

בֵּ֣לְטְשַׁאצַּ֗ר

Béltsazar

וְ

-

לַֽ

-

חֲנַנְיָה֙

en Hanánja

שַׁדְרַ֔ךְ

Sadrach

וּ

-

לְ

-

מִֽישָׁאֵ֣ל

en Mísaël

מֵישַׁ֔ךְ

Mesach

וְ

-

לַ

-

עֲזַרְיָ֖ה

en Azárja

עֲבֵ֥ד

-

נְגֽוֹ

Abéd-nego


En de overste der kamerlingen gaf hun [andere] namen, en Daniel noemde hij Beltsazar, en Hananja Sadrach, en Misael Mesach, en Azarja Abed-nego.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!