SV | En hij werd groot tot aan het heir des hemels; en hij wierp er [sommigen] van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze. |
WLC | וַתִּגְדַּ֖ל עַד־צְבָ֣א הַשָּׁמָ֑יִם וַתַּפֵּ֥ל אַ֛רְצָה מִן־הַצָּבָ֥א וּמִן־הַכֹּוכָבִ֖ים וַֽתִּרְמְסֵֽם׃ |
Trans. | watiḡədal ‘aḏ-ṣəḇā’ haššāmāyim watapēl ’arəṣâ min-haṣṣāḇā’ ûmin-hakwōḵāḇîm watirəməsēm: |
En hij werd groot tot aan het heir des hemels; en hij wierp er [sommigen] van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En hij werd groot tot aan het heir des hemels; en hij wierp er [sommigen] van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!