SV | (En de kinderen Israels reisden van Beeroth-bene-jaakan [en] Mosera. Aldaar stierf Aaron, en werd aldaar begraven; en zijn zoon Eleazar bediende het priesterambt in zijn plaats. |
WLC | וּבְנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֗ל נָֽסְע֛וּ מִבְּאֵרֹ֥ת בְּנֵי־יַעֲקָ֖ן מֹוסֵרָ֑ה שָׁ֣ם מֵ֤ת אַהֲרֹן֙ וַיִּקָּבֵ֣ר שָׁ֔ם וַיְכַהֵ֛ן אֶלְעָזָ֥ר בְּנֹ֖ו תַּחְתָּֽיו׃ |
Trans. | ûḇənê yiśərā’ēl nāsə‘û mibə’ērōṯ bənê-ya‘ăqān mwōsērâ šām mēṯ ’ahărōn wayyiqqāḇēr šām wayəḵahēn ’elə‘āzār bənwō taḥətāyw: |
(En de kinderen Israëls reisden van Beeroth-bene-jaakan [en] Mosera. Aldaar stierf Aaron, en werd aldaar begraven; en zijn zoon Eleazar bediende het priesterambt in zijn plaats.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
(En de kinderen Israëls reisden van Beeroth-bene-jaakan [en] Mosera. Aldaar stierf Aaron, en werd aldaar begraven; en zijn zoon Eleazar bediende het priesterambt in zijn plaats.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!