Deuteronomium 15:11

SVWant de arme zal niet ophouden uit het midden des lands; daarom gebiede ik u, zeggende: Gij zult uw hand mildelijk opendoen aan uw broeder, aan uw bedrukten en aan uw armen in uw land.
WLCכִּ֛י לֹא־יֶחְדַּ֥ל אֶבְיֹ֖ון מִקֶּ֣רֶב הָאָ֑רֶץ עַל־כֵּ֞ן אָנֹכִ֤י מְצַוְּךָ֙ לֵאמֹ֔ר פָּ֠תֹחַ תִּפְתַּ֨ח אֶת־יָדְךָ֜ לְאָחִ֧יךָ לַעֲנִיֶּ֛ךָ וּלְאֶבְיֹנְךָ֖ בְּאַרְצֶֽךָ׃ ס
Trans.kî lō’-yeḥədal ’eḇəywōn miqqereḇ hā’āreṣ ‘al-kēn ’ānōḵî məṣaûəḵā lē’mōr pāṯōḥa tifətaḥ ’eṯ-yāḏəḵā lə’āḥîḵā la‘ănîyeḵā ûlə’eḇəyōnəḵā bə’arəṣeḵā:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Joodse wetten (613)
Mattheus 26:11, Johannes 12:8

Aantekeningen

Want de arme zal niet ophouden uit het midden des lands; daarom gebiede ik u, zeggende: Gij zult uw hand mildelijk opendoen aan uw broeder, aan uw bedrukten en aan uw armen in uw land.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

כִּ֛י

-

לֹא־

-

יֶחְדַּ֥ל

zal niet ophouden

אֶבְי֖וֹן

Want de arme

מִ

-

קֶּ֣רֶב

uit het midden

הָ

-

אָ֑רֶץ

des lands

עַל־

-

כֵּ֞ן

-

אָנֹכִ֤י

-

מְצַוְּךָ֙

daarom gebiede ik

לֵ

-

אמֹ֔ר

u, zeggende

פָּ֠תֹחַ

mildelijk

תִּפְתַּ֨ח

opendoen

אֶת־

-

יָדְךָ֜

Gij zult uw hand

לְ

-

אָחִ֧יךָ

aan uw broeder

לַ

-

עֲנִיֶּ֛ךָ

aan uw bedrukten

וּ

-

לְ

-

אֶבְיֹנְךָ֖

en aan uw armen

בְּ

-

אַרְצֶֽךָ

in uw land


Want de arme zal niet ophouden uit het midden des lands; daarom gebiede ik u, zeggende: Gij zult uw hand mildelijk opendoen aan uw broeder, aan uw bedrukten en aan uw armen in uw land.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!