Deuteronomium 15:3

SVDen vreemde zult gij manen; maar wat gij bij uw broeder hebt, zal uw hand vrijlaten;
WLCאֶת־הַנָּכְרִ֖י תִּגֹּ֑שׂ וַאֲשֶׁ֨ר יִהְיֶ֥ה לְךָ֛ אֶת־אָחִ֖יךָ תַּשְׁמֵ֥ט יָדֶֽךָ׃
Trans.’eṯ-hannāḵərî tigōś wa’ăšer yihəyeh ləḵā ’eṯ-’āḥîḵā tašəmēṭ yāḏeḵā:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Joodse wetten (613)

Aantekeningen

Den vreemde zult gij manen; maar wat gij bij uw broeder hebt, zal uw hand vrijlaten;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

אֶת־

-

הַ

-

נָּכְרִ֖י

Den vreemde

תִּגֹּ֑שׂ

zult gij manen

וַ

-

אֲשֶׁ֨ר

-

יִהְיֶ֥ה

-

לְ

-

ךָ֛

-

אֶת־

-

אָחִ֖יךָ

maar wat gij bij uw broeder

תַּשְׁמֵ֥ט

vrijlaten

יָדֶֽךָ

hebt, zal uw hand


Den vreemde zult gij manen; maar wat gij bij uw broeder hebt, zal uw hand vrijlaten;

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!