SV | En gij zult naderen tegenover de kinderen Ammons; beangstig die niet, en meng u met hen niet; want Ik zal u van het land der kinderen Ammons geen erfenis geven, dewijl Ik het aan Lots kinderen ter erfenis gegeven heb. |
WLC | וְקָרַבְתָּ֗ מ֚וּל בְּנֵ֣י עַמֹּ֔ון אַל־תְּצֻרֵ֖ם וְאַל־תִּתְגָּ֣ר בָּ֑ם כִּ֣י לֹֽא־אֶ֠תֵּן מֵאֶ֨רֶץ בְּנֵי־עַמֹּ֤ון לְךָ֙ יְרֻשָּׁ֔ה כִּ֥י לִבְנֵי־לֹ֖וט נְתַתִּ֥יהָ יְרֻשָּֽׁה׃ |
Trans. | wəqāraḇətā mûl bənê ‘ammwōn ’al-təṣurēm wə’al-tiṯəgār bām kî lō’-’etēn mē’ereṣ bənê-‘ammwōn ləḵā yəruššâ kî liḇənê-lwōṭ nəṯatîhā yəruššâ: |
En gij zult naderen tegenover de kinderen Ammons; beangstig die niet, en meng u met hen niet; want Ik zal u van het land der kinderen Ammons geen erfenis geven, dewijl Ik het aan Lots kinderen ter erfenis gegeven heb.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gij zult naderen tegenover de kinderen Ammons; beangstig die niet, en meng u met hen niet; want Ik zal u van het land der kinderen Ammons geen erfenis geven, dewijl Ik het aan Lots kinderen ter erfenis gegeven heb.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!