SV | En van het uitnemendste der aarde en haar volheid, en [van] de goedgunstigheid Desgenen, Die in het braambos woonde, kome [de zegening] op het hoofd van Jozef, en op den schedel des afgezonderden van zijn broederen! |
WLC | וּמִמֶּ֗גֶד אֶ֚רֶץ וּמְלֹאָ֔הּ וּרְצֹ֥ון שֹׁכְנִ֖י סְנֶ֑ה תָּבֹ֙ואתָה֙ לְרֹ֣אשׁ יֹוסֵ֔ף וּלְקָדְקֹ֖ד נְזִ֥יר אֶחָֽיו׃ |
Trans. | ûmimmeḡeḏ ’ereṣ ûməlō’āh ûrəṣwōn šōḵənî səneh tāḇwō’ṯâ lərō’š ywōsēf ûləqāḏəqōḏ nəzîr ’eḥāyw: |
En van het uitnemendste der aarde en haar volheid, en [van] de goedgunstigheid Desgenen, Die in het braambos woonde, kome [de zegening] op het hoofd van Jozef, en op den schedel des afgezonderden van zijn broederen!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En van het uitnemendste der aarde en haar volheid, en [van] de goedgunstigheid Desgenen, Die in het braambos woonde, kome [de zegening] op het hoofd van Jozef, en op den schedel des afgezonderden van zijn broederen!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!