Esther 1:10

SVOp den zevenden dag, toen des konings hart vrolijk was van den wijn, zeide hij tot Mehuman, Biztha, Charbona, Bigtha en Abagtha, Zethar en Charchas, de zeven kamerlingen, dienende voor het aangezicht van den koning Ahasveros,
WLCבַּיֹּום֙ הַשְּׁבִיעִ֔י כְּטֹ֥וב לֵב־הַמֶּ֖לֶךְ בַּיָּ֑יִן אָמַ֡ר לִ֠מְהוּמָן בִּזְּתָ֨א חַרְבֹונָ֜א בִּגְתָ֤א וַאֲבַגְתָא֙ זֵתַ֣ר וְכַרְכַּ֔ס שִׁבְעַת֙ הַסָּ֣רִיסִ֔ים הַמְשָׁ֣רְתִ֔ים אֶת־פְּנֵ֖י הַמֶּ֥לֶךְ אֲחַשְׁוֵרֹֽושׁ׃
Trans.bayywōm haššəḇî‘î kəṭwōḇ lēḇ-hammeleḵə bayyāyin ’āmar liməhûmān bizzəṯā’ ḥarəḇwōnā’ biḡəṯā’ wa’ăḇaḡəṯā’ zēṯar wəḵarəkas šiḇə‘aṯ hassārîsîm haməšārəṯîm ’eṯ-pənê hammeleḵə ’ăḥašəwērwōš:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Abagtha, Ahasveros, Xerxes, Bigtha, Biztha, Charbona, Charchas, Dronkenschap, Hart (lichaamsdeel), Mehuman, Wijn / most, Zethar

A 1:10-12 Vashti moet voor de koning verschijnen
   B 1:13-14 Een lange opsomming van hoe de koning geadviseerd wordt.
      C 1:15-22 De koning vraagt advies hoe te handelen betreffende de ongehoorzaamheid van koningin Vashti
      C’ 2:1-4 De koning herinnert zich zijn acties betreffende Vashti en vraagt advies hoe te handelen op zoek naar een nieuwe koningin
   B’ 2:12 Een lange opsomming van de schoonheidsbehandeling van de koningin
A’ 2:16-17 Esther moet voor de koning verschijnen


Aantekeningen

Op den zevenden dag, toen des konings hart vrolijk was van den wijn, zeide hij tot Mehuman, Biztha, Charbona, Bigtha en Abagtha, Zethar en Charchas, de zeven kamerlingen, dienende voor het aangezicht van den koning Ahasveros,


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

בַּ

-

יּוֹם֙

dag

הַ

-

שְּׁבִיעִ֔י

Op den zevenden

כְּ

-

ט֥וֹב

vrolijk was

לֵב־

hart

הַ

-

מֶּ֖לֶךְ

toen des konings

בַּ

-

יָּ֑יִן

van den wijn

אָמַ֡ר

zeide hij

לִ֠

-

מְהוּמָן

tot Mehúman

בִּזְּתָ֨א

Biztha

חַרְבוֹנָ֜א

Charbóna

בִּגְתָ֤א

Bigtha

וַ

-

אֲבַגְתָא֙

en Abagtha

זֵתַ֣ר

Zethar

וְ

-

כַרְכַּ֔ס

en Charchas

שִׁבְעַת֙

de zeven

הַ

-

סָּ֣רִיסִ֔ים

kamerlingen

הַ

-

מְשָׁ֣רְתִ֔ים

dienende

אֶת־

-

פְּנֵ֖י

voor het aangezicht

הַ

-

מֶּ֥לֶךְ

van den koning

אֲחַשְׁוֵרֽוֹשׁ

Ahasvéros


Op den zevenden dag, toen des konings hart vrolijk was van den wijn, zeide hij tot Mehuman, Biztha, Charbona, Bigtha en Abagtha, Zethar en Charchas, de zeven kamerlingen, dienende voor het aangezicht van den koning Ahasveros,

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!