Esther 9:10

SVDe tien zonen van Haman, den zoon van Hammedatha, den vijand der Joden, doodden zij; maar zij sloegen hun handen niet aan den roof.
WLCעֲ֠שֶׂרֶת בְּנֵ֨י הָמָ֧ן בֶּֽן־הַמְּדָ֛תָא צֹרֵ֥ר הַיְּהוּדִ֖ים הָרָ֑גוּ וּבַ֨בִּזָּ֔ה לֹ֥א שָׁלְח֖וּ אֶת־יָדָֽם׃
Trans.‘ăśereṯ bənê hāmān ben-hamməḏāṯā’ ṣōrēr hayyəhûḏîm hārāḡû ûḇabizzâ lō’ šāləḥû ’eṯ-yāḏām:

Algemeen

Zie ook: Haman, Hammedatha, Hand (lichaamsdeel)
Genesis 14:23, Esther 8:11, Esther 9:15, Esther 9:16

Aantekeningen

De tien zonen van Haman, den zoon van Hammedatha, den vijand der Joden, doodden zij; maar zij sloegen hun handen niet aan den roof.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

עֲ֠שֶׂרֶת

de tien

בְּנֵ֨י

zonen

הָמָ֧ן

van Haman

בֶּֽן־

den zoon

הַמְּדָ֛תָא

van Hammedátha

צֹרֵ֥ר

den vijand
qal

הַ

van de

יְּהוּדִ֖ים

Joden

הָרָ֑גוּ

doodden zij
qal

וּ

en

בַ֨

in

בִּזָּ֔ה

den roof

לֹ֥א

niet

שָׁלְח֖וּ

zij sloegen
qal

אֶת־

-

יָדָֽם

hun handen


De tien zonen van Haman, den zoon van Hammedatha, den vijand der Joden, doodden zij; maar zij sloegen hun handen niet aan den roof.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!