SV | En gij zult tot dit deksel vijf pilaren van sittim[hout] maken, en die met goud overtrekken; hun haken zullen van goud zijn; en gij zult hun vijf koperen voeten gieten. |
WLC | וְעָשִׂ֣יתָ לַמָּסָ֗ךְ חֲמִשָּׁה֙ עַמּוּדֵ֣י שִׁטִּ֔ים וְצִפִּיתָ֤ אֹתָם֙ זָהָ֔ב וָוֵיהֶ֖ם זָהָ֑ב וְיָצַקְתָּ֣ לָהֶ֔ם חֲמִשָּׁ֖ה אַדְנֵ֥י נְחֹֽשֶׁת׃ ס |
Trans. | wə‘āśîṯā lammāsāḵə ḥămiššâ ‘ammûḏê šiṭṭîm wəṣipîṯā ’ōṯām zâāḇ wāwêhem zâāḇ wəyāṣaqətā lâem ḥămiššâ ’aḏənê nəḥōšeṯ: |
En gij zult tot dit deksel vijf pilaren van sittim[hout] maken, en die met goud overtrekken; hun haken zullen van goud zijn; en gij zult hun vijf koperen voeten gieten.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gij zult tot dit deksel vijf pilaren van sittim[hout] maken, en die met goud overtrekken; hun haken zullen van goud zijn; en gij zult hun vijf koperen voeten gieten.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!