SV | En Mijn brood, hetwelk Ik u gaf, meelbloem en olie, en honig, [waarmede] Ik u spijsde, dat hebt gij ook voor hun aangezichten gesteld tot een liefelijken reuk; zo is het geschied, spreekt de Heere HEERE. |
WLC | וְלַחְמִי֩ אֲשֶׁר־נָתַ֨תִּי לָ֜ךְ סֹ֣לֶת וָשֶׁ֤מֶן וּדְבַשׁ֙ הֶֽאֱכַלְתִּ֔יךְ וּנְתַתִּ֧יהוּ לִפְנֵיהֶ֛ם לְרֵ֥יחַ נִיחֹ֖חַ וַיֶּ֑הִי נְאֻ֖ם אֲדֹנָ֥י יְהוִֽה׃ |
Trans. | wəlaḥəmî ’ăšer-nāṯatî lāḵə sōleṯ wāšemen ûḏəḇaš he’ĕḵalətîḵə ûnəṯatîhû lifənêhem lərêḥa nîḥōḥa wayyehî nə’um ’ăḏōnāy JHWH: |
En Mijn brood, hetwelk Ik u gaf, meelbloem en olie, en honig, [waarmede] Ik u spijsde, dat hebt gij ook voor hun aangezichten gesteld tot een liefelijken reuk; zo is het geschied, spreekt de Heere HEERE.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Mijn brood, hetwelk Ik u gaf, meelbloem en olie, en honig, [waarmede] Ik u spijsde, dat hebt gij ook voor hun aangezichten gesteld tot een liefelijken reuk; zo is het geschied, spreekt de Heere HEERE.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!