SV | Allen, die u kennen onder de volken, zijn over u ontzet; gij zijt een grote schrik geworden, en zult er niet [meer] zijn tot in eeuwigheid. |
WLC | כָּל־יֹודְעֶ֙יךָ֙ בָּֽעַמִּ֔ים שָׁמְמ֖וּ עָלֶ֑יךָ בַּלָּהֹ֣ות הָיִ֔יתָ וְאֵינְךָ֖ עַד־עֹולָֽם׃ פ |
Trans. | kāl-ywōḏə‘eyḵā bā‘ammîm šāməmû ‘āleyḵā ballâwōṯ hāyîṯā wə’ênəḵā ‘aḏ-‘wōlām: |
Allen, die u kennen onder de volken, zijn over u ontzet; gij zijt een grote schrik geworden, en zult er niet [meer] zijn tot in eeuwigheid.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Allen, die u kennen onder de volken, zijn over u ontzet; gij zijt een grote schrik geworden, en zult er niet [meer] zijn tot in eeuwigheid.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!