SV | En Ik zal mensen op u doen wandelen, [namelijk] Mijn volk Israel, die zullen u erfelijk bezitten, en gij zult hun ter erfenis zijn, en gij zult ze voortaan niet meer beroven. |
WLC | וְהֹולַכְתִּי֩ עֲלֵיכֶ֨ם אָדָ֜ם אֶת־עַמִּ֤י יִשְׂרָאֵל֙ וִֽירֵשׁ֔וּךָ וְהָיִ֥יתָ לָהֶ֖ם לְנַחֲלָ֑ה וְלֹא־תֹוסִ֥ף עֹ֖וד לְשַׁכְּלָֽם׃ ס |
Trans. | wəhwōlaḵətî ‘ălêḵem ’āḏām ’eṯ-‘ammî yiśərā’ēl wîrēšûḵā wəhāyîṯā lâem lənaḥălâ wəlō’-ṯwōsif ‘wōḏ ləšakəlām: |
En Ik zal mensen op u doen wandelen, [namelijk] Mijn volk Israel, die zullen u erfelijk bezitten, en gij zult hun ter erfenis zijn, en gij zult ze voortaan niet meer beroven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Ik zal mensen op u doen wandelen, [namelijk] Mijn volk Israël, die zullen u erfelijk bezitten, en gij zult hun ter erfenis zijn, en gij zult ze voortaan niet meer beroven.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!