Ezechiel 39:4

SVOp de bergen Israels zult gij vallen, gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen, aan het gevogelte van allen vleugel, en aan het gedierte des velds ter spijze gegeven.
WLCעַל־הָרֵ֨י יִשְׂרָאֵ֜ל תִּפֹּ֗ול אַתָּה֙ וְכָל־אֲגַפֶּ֔יךָ וְעַמִּ֖ים אֲשֶׁ֣ר אִתָּ֑ךְ לְעֵ֨יט צִפֹּ֧ור כָּל־כָּנָ֛ף וְחַיַּ֥ת הַשָּׂדֶ֖ה נְתַתִּ֥יךָ לְאָכְלָֽה׃
Trans.‘al-hārê yiśərā’ēl tipwōl ’atâ wəḵāl-’ăḡapeyḵā wə‘ammîm ’ăšer ’itāḵə lə‘êṭ ṣipwōr kāl-kānāf wəḥayyaṯ haśśāḏeh nəṯatîḵā lə’āḵəlâ:

Algemeen

Zie ook: Bergen, Roofvogels, Vleugel, veer

Aantekeningen

Op de bergen Israels zult gij vallen, gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen, aan het gevogelte van allen vleugel, en aan het gedierte des velds ter spijze gegeven.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

עַל־

-

הָרֵ֨י

Op de bergen

יִשְׂרָאֵ֜ל

Israëls

תִּפּ֗וֹל

zult gij vallen

אַתָּה֙

-

וְ

-

כָל־

-

אֲגַפֶּ֔יךָ

gij en al uw benden

וְ

-

עַמִּ֖ים

en de volken

אֲשֶׁ֣ר

-

אִתָּ֑ךְ

-

לְ

-

עֵ֨יט

die met zijn; Ik heb aan de roofvogelen

צִפּ֧וֹר

aan het gevogelte

כָּל־

-

כָּנָ֛ף

van allen vleugel

וְ

-

חַיַּ֥ת

en aan het gedierte

הַ

-

שָּׂדֶ֖ה

des velds

נְתַתִּ֥יךָ

gegeven

לְ

-

אָכְלָֽה

ter spijze


Op de bergen Israëls zult gij vallen, gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen, aan het gevogelte van allen vleugel, en aan het gedierte des velds ter spijze gegeven.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!