SV | Op de bergen Israels zult gij vallen, gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen, aan het gevogelte van allen vleugel, en aan het gedierte des velds ter spijze gegeven. |
WLC | עַל־הָרֵ֨י יִשְׂרָאֵ֜ל תִּפֹּ֗ול אַתָּה֙ וְכָל־אֲגַפֶּ֔יךָ וְעַמִּ֖ים אֲשֶׁ֣ר אִתָּ֑ךְ לְעֵ֨יט צִפֹּ֧ור כָּל־כָּנָ֛ף וְחַיַּ֥ת הַשָּׂדֶ֖ה נְתַתִּ֥יךָ לְאָכְלָֽה׃ |
Trans. | ‘al-hārê yiśərā’ēl tipwōl ’atâ wəḵāl-’ăḡapeyḵā wə‘ammîm ’ăšer ’itāḵə lə‘êṭ ṣipwōr kāl-kānāf wəḥayyaṯ haśśāḏeh nəṯatîḵā lə’āḵəlâ: |
Op de bergen Israels zult gij vallen, gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen, aan het gevogelte van allen vleugel, en aan het gedierte des velds ter spijze gegeven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Op de bergen Israëls zult gij vallen, gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen, aan het gevogelte van allen vleugel, en aan het gedierte des velds ter spijze gegeven.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!