Ezechiel 7:11

SVHet geweld is opgerezen tot een roede der goddeloosheid; niets van hen zal [overblijven], noch van hun menigte, noch van hun gedruis, en geen klage zal over hen zijn.
WLCהֶחָמָ֥ס ׀ קָ֖ם לְמַטֵּה־רֶ֑שַׁע לֹא־מֵהֶ֞ם וְלֹ֧א מֵהֲמֹונָ֛ם וְלֹ֥א מֶהֱמֵהֶ֖ם וְלֹא־נֹ֥הַּ בָּהֶֽם׃
Trans.heḥāmās qām ləmaṭṭēh-reša‘ lō’-mēhem wəlō’ mēhămwōnām wəlō’ mehĕmēhem wəlō’-nōhha bâem:

Aantekeningen

Het geweld is opgerezen tot een roede der goddeloosheid; niets van hen zal [overblijven], noch van hun menigte, noch van hun gedruis, en geen klage zal over hen zijn.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

הֶ

-

חָמָ֥ס׀

Het geweld

קָ֖ם

is opgerezen

לְ

-

מַטֵּה־

tot een roede

רֶ֑שַׁע

der goddeloosheid

לֹא־

-

מֵ

-

הֶ֞ם

-

וְ

-

לֹ֧א

-

מֵ

-

הֲמוֹנָ֛ם

niets van hen zal noch van hun menigte

וְ

-

לֹ֥א

-

מֶ

-

הֱמֵ

noch van hun gedruis

הֶ֖ם

-

וְ

-

לֹא־

-

נֹ֥הַּ

en geen klage

בָּ

-

הֶֽם

-


Het geweld is opgerezen tot een roede der goddeloosheid; niets van hen zal [overblijven], noch van hun menigte, noch van hun gedruis, en geen klage zal over hen zijn.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!