Ezechiel 8:11

SVEn zeventig mannen uit de oudsten van het huis Israels, met Jaazanja, den zoon van Safan, staande in het midden van hen, stonden voor hun aangezichten; en een ieder [had] zijn rookvat in zijn hand, en een overvloedige wolk des reukwerks ging op.
WLCוְשִׁבְעִ֣ים אִ֣ישׁ מִזִּקְנֵ֣י בֵֽית־יִ֠שְׂרָאֵל וְיַאֲזַנְיָ֨הוּ בֶן־שָׁפָ֜ן עֹמֵ֤ד בְּתֹוכָם֙ עֹמְדִ֣ים לִפְנֵיהֶ֔ם וְאִ֥ישׁ מִקְטַרְתֹּ֖ו בְּיָדֹ֑ו וַעֲתַ֥ר עֲנַֽן־הַקְּטֹ֖רֶת עֹלֶֽה׃
Trans.wəšiḇə‘îm ’îš mizziqənê ḇêṯ-yiśərā’ēl wəya’ăzanəyâû ḇen-šāfān ‘ōmēḏ bəṯwōḵām ‘ōməḏîm lifənêhem wə’îš miqəṭarətwō bəyāḏwō wa‘ăṯar ‘ănan-haqqəṭōreṯ ‘ōleh:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Hand (lichaamsdeel), Jaazanja, Jezanja, Safan, Wolken

Aantekeningen

En zeventig mannen uit de oudsten van het huis Israels, met Jaazanja, den zoon van Safan, staande in het midden van hen, stonden voor hun aangezichten; en een ieder [had] zijn rookvat in zijn hand, en een overvloedige wolk des reukwerks ging op.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

שִׁבְעִ֣ים

En zeventig

אִ֣ישׁ

mannen

מִ

-

זִּקְנֵ֣י

uit de oudsten

בֵֽית־

van het huis

יִ֠שְׂרָאֵל

Israëls

וְ

-

יַאֲזַנְיָ֨הוּ

met Jaäzánja

בֶן־

den zoon

שָׁפָ֜ן

van Safan

עֹמֵ֤ד

staande

בְּ

-

תוֹכָם֙

in het midden

עֹמְדִ֣ים

van hen, stonden

לִ

-

פְנֵיהֶ֔ם

voor hun aangezichten

וְ

-

אִ֥ישׁ

en een ieder

מִקְטַרְתּ֖וֹ

zijn rookvat

בְּ

-

יָד֑וֹ

in zijn hand

וַ

-

עֲתַ֥ר

en een overvloedige

עֲנַֽן־

wolk

הַ

-

קְּטֹ֖רֶת

des reukwerks

עֹלֶֽה

ging op


En zeventig mannen uit de oudsten van het huis Israels, met Jaazanja, den zoon van Safan, staande in het midden van hen, stonden voor hun aangezichten; en een ieder [had] zijn rookvat in zijn hand, en een overvloedige wolk des reukwerks ging op.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!