SV | Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was; |
Steph | τουτο γαρ φρονεισθω εν υμιν ο και εν χριστω ιησου |
Trans. | touto gar phroneisthō en ymin o kai en christō iēsou |
Men wil in Filippenzen 2:5-11 een hymne zien, die oorspronkelijk niet door Paulus is geschreven.
INTEGRITEIT
Veel geleerden zijn het over eens dat deze hymne juist niet door Paulus is geïntroduceerd, maar voor hem al geschreven was en door hem in deze context geplaatst. Daar zijn drie grote argumenten voor: ten eerste is er kritiek op de structuur. Er wordt geclaimd dat een oorspronkelijk Semitisch (Aramees of Hebreeuws) hymne met zijn eigen stijlfiguren is aangepast en gebruikt door Paulus. Bij dit argument zijn echt er ook meteen vraagtekens te zetten, want de stijl komt niet volledig overeen en ook worden een aantal uitdrukkingen gebruikt die niet logisch zijn als ze vertaald worden naar het Aramees. Het tweede argument is gebaseerd op het taalgebruik. Er wordt geclaimd dat een aantal woorden ongebruikelijk zouden zijn voor Paulus. Een aantal van die woorden komen wel in andere soortgelijke termen terug in andere delen van de brief en andere brieven. Dit argument is op zich wel niet steekhoudend, maar het plaatst natuurlijk wel zijn vraagtekens. Het derde argument is van theologische aard en het belangrijkste. De soteriologie van deze hymne zou op twee manieren verschillen van de soteriologie van Paulus. Ten eerste is in de oorspronkelijke hymne geen referentie naar het kruis van Christus en ten tweede wordt er niet verwezen naar zijn dood ‘voor ons’, wat erg belangrijk is voor Paulus. Ook staat er niets over de opstanding van Christus. In plaats hiervan gaat de hymne direct van de dood van Christus naar Zijn verheerlijking. Hoewel dit waar is, kan men zich natuurlijk afvragen of het afwezig zijn van bepaalde ideeën meteen doorslaggevend moet zijn in de vraag over het auteurschap. Dit gebeurt wel vaker in andere brieven van Paulus. (O’Brien, 1991)
ALTERNATIEVE UITLEG VAN HYMNE
Filippenzen 2:5-11 wordt, zoals eerder genoemd, een hymne genoemd. Hierbij moet niet direct gedacht worden aan poëzie, het kan ook belijdenis zijn. Het is moeilijk om te bepalen hoe de oorspronkelijke structuur is geweest en op welke stijl hij precies is gebaseerd. Dit pakt natuurlijk ook terug op de discussie of deze hymne door Paulus zelf is geschreven of niet. Een voorbeeld van zijn structuur is gemaakt door Lohmeyer. Hij deelde de hymne in zes strofes van drie regels in. De eerste regel begint met Gods grootheid en daar eindigt de hymne ook weer mee, wat zou kunnen betekenen dat deze hymne een eenheid op zich is. Op basis van het taalgebruik en de stijl concludeerde hij dat het van voor Paulus kwam en dat het misschien gezongen werd door de Joods-christelijke gemeenschap in Jeruzalem bij het vieren van het avondmaal. (O’Brien, 1991)
Vijf invloedrijke achtergronden die worden genoemd zijn de volgende: ten eerste een gnostische achtergrond. Vers 6-8 zouden beschrijven hoe Christus ondergeschikt werd aan de vijandelijke kosmische krachten, waarna hij die in de verzen 10-11 verslaat. Ten tweede wordt een Oud Testamentische achtergrond voorgesteld, gebaseerd op de ‘dienaar van de HEER’ uit Jesaja. Een derde optie is het judaïsme, dat rechtvaardig lijden benadrukt. Dat Jezus slaaf werd, gaat dan niet perse over het feit dat kwam dienen, maar dat hij lijden en nederigheid op zich nam. Ten vierde zou het passen in de achtergrond van de Joodse wijsheid. De hymne vindt dan zijn oorsprong in het deuterocanonieke boek Wijsheid van Salomo. De laatste interpretatie is ook Oud Testamentisch en legt de nadruk op het contrast tussen de eerste Adam en de tweede Adam. (O’Brien, 1991)
INHOUD VAN DE HYMNE
Nu willen we meer ingaan op de inhoud van dit gedeelte. Waarom schrijft Paulus dit stuk op, en wat bedoelt hij met gezindheid van Christus?
Over vers 5 en de daaropvolgende hymne zijn boekenkasten vol geschreven. Ook over de interpretatie ervan verschillen de meningen in twee grote richtingen, die O’Brien (1991) als volgt beschrijft: een ethische en kerygmatische richting. De eerste vat Jezus op als ultiem voorbeeld van nederigheid, de tweede ziet de hymne als een losstaande eenheid binnen de brief. Hij moet geïnterpreteerd worden vanuit zijn eigen ontstaanstijd. O’Brien gaat heel diep in op de verschillende argumenten van de kerygmatische interpretatie, en komt tot de conclusie dat de juiste interpretatie de ethische is. Christus is het ultieme voorbeeld van de nederige houding ten opzichte van elkaar die Paulus net verdedigde, en die hij zo belangrijk vindt voor eenheid. Ook Silva (2005) ziet dit stuk op de ethische manier. Ook voor hem is Jezus het best mogelijke voorbeeld om nederigheid te laten zien. Hij was gelijk aan God, maar liet dit los! Wel laat hij ook zien met stevige taalkundige argumenten dat ‘In Christus’ betekent: ‘volgens Christus’. De strekking van vers vijf zou dan zijn: ‘Heb zo’n houding tegenover elkaar als hoort voor mensen die verenigd zijn in Christus’. Silva wil hiermee duidelijk maken dat we niet de gedachten moeten hebben van Jezus, maar die we moeten hebben volgens Jezus. Dit is vergelijkbaar met het onderscheid tussen ‘wat zou Jezus doen?’ en ‘wat zou Jezus willen dat ik zou doen?’. Terecht merkt Floor (1998) op dat een gezindheid altijd iets is wat ook van binnen zit. De vertaling ‘onder u’, of ‘bij u’, maakt in de praktijk dus weinig verschil met ‘in u’. Het gaat hoe dan ook om een vorm van navolging van Christus. Dit zien we ook terug in de titels die verschillende auteurs geven aan het commentaar op deze perikoop. De meesten laten zien dat Christus het voorbeeld is voor onze nederigheid.
Tot nu toe heeft de nadruk vooral gelegen op de hymne als voorbeeld bij vers 1-4. Toch moet er volledig recht gedaan worden aan de hymne zelf. De hymne eindigt namelijk met bijna een soort lofprijzing op Jezus. Elke tong zal belijden: Jezus is Heer! Hoe moeten we dit zien in verband met de eerder genoemde nederigheid?
Er is onmiskenbaar een parallel te trekken tussen de nederigheid en de verhoging van Jezus en onze nederigheid en verhoging. Hendriksen (1962) laat deze overeenkomst goed zien. Tegelijk moet er volgens hem ook zeker benadrukt worden dat het voorbeeld van Christus tot op zekere hoogte voor ons als voorbeeld dient. De verhoging die Jezus ten deel viel wordt terecht beschreven in de hymne, het maakt het verhaal af. De vernedering van Christus krijgt meer diepte als je weet dat hij daarna verhoogd werd, gelijk aan God (Jezus Kurios). Mensen echter worden niet zo verhoogd als Christus. Hendriksen laat met een aantal teksten zien dat Jezus veel meer is verhoogd dan de mens. Jezus is verhoogd door de hemelen (Heb. 4:14); verhoogd hoog boven de hemelen (Heb. 7,26); opgestegen ver boven alle hemelen (Ef. 4:10).
Fee (1995) ziet in de verhoging een bevestiging. Het is namelijk opvallend dat God de handelende persoon is. God heeft Jezus verhoogd en op deze manier zijn werk bevestigd. God was het eens met wat Jezus heeft gedaan. De nederigheid die Jezus liet zien past totaal bij het God-zijn.
Concluderend kunnen we zeggen dat de hymne nauw aansluit bij vers 1-4. We zijn zelfs van mening dat de hymne in dienst staat van vers 1-4, met vers 5 als kernzin. Er is eenheid nodig in de gemeente, die eenheid komt alleen door een verandering van een houding ten opzichte van elkaar. De Filippenzen moeten nederig worden naar elkaar toe, ze moeten de gezindheid van Christus krijgen. Dat is de houding die Christus ook had, hij was op de ander gericht. Hij was nederig tot in de dood. Vers 5 en de hymne moeten dus opgevat worden op een ethische manier, dit past het best in de betoogstructuur van Paulus.
BIBLIOGRAFIE
Dit gedeelte is gebaseerd op een werkstuk van E. van Loo
Zie hier voor een muzikale versie van dit gedeelte.
Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!