SV | Zeg toch: Gij zijt mijn zuster; opdat het mij wel ga om u, en mijn ziel om uwentwil leve. |
WLC | אִמְרִי־נָ֖א אֲחֹ֣תִי אָ֑תְּ לְמַ֙עַן֙ יִֽיטַב־לִ֣י בַעֲבוּרֵ֔ךְ וְחָיְתָ֥ה נַפְשִׁ֖י בִּגְלָלֵֽךְ׃ |
Trans. | ’imərî-nā’ ’ăḥōṯî ’ātə ləma‘an yîṭaḇ-lî ḇa‘ăḇûrēḵə wəḥāyəṯâ nafəšî biḡəlālēḵə: |
Zeg toch: Gij zijt mijn zuster;
opdat het mij wel ga om u, en mijn ziel om uwentwil leve.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Zeg toch: Gij zijt mijn zuster; opdat het mij wel ga om u, en mijn ziel om uwentwil leve.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!